Lichamelijke opvoeding buiten: Belang, uitdagingen en oplossingen
juli 7, 2025
Krentenbaard, ook wel impetigo genoemd, is een veelvoorkomende bacteriële huidinfectie bij kinderen. Het is zeer besmettelijk en ontstaat vaak bij kinderen tot de leeftijd van drie jaar, hoewel ook oudere kinderen en volwassenen hierin kunnen terechtkomen. In dit artikel worden de oorzaak, symptomen, behandeling en preventie van krentenbaard uitgebreid besproken, met aandacht voor de praktijk in de kindertehuisopvang en de rol van ouders en onderwijskrachten bij het omgaan met deze aandoening.
Krentenbaard is een oppervlakkige infectie van de huid, veroorzaakt door bacteriën. De meest voorkomende veroorzaker is de stafylokokken (Staphylococcus aureus), maar ook streptokokken (Streptococcus pyogenes) kunnen een rol spelen. De infectie begint vaak met rode vlekken of bultjes op de huid, die zich ontwikkelen tot blaasjes gevuld met heldere vloeistof. Wanneer deze blaasjes openbarsten, ontstaan er natte, rode plekken die al snel bedekt raken met een honingkleurig korstje. Dit korstje is het opvallendste kenmerk van de infectie.
Krentenbaard komt meestal voor bij kinderen tussen de twee en zes jaar, maar kan ook bij jongere kinderen of volwassenen voorkomen. De infectie is meestal lokaal en bevat zich vaak spontaan binnen een paar weken, mits er een behandeling is.
Er worden twee hoofdvormen van krentenbaard onderscheiden: impetigo vulgaris en impetigo bullosa.
De ‘gewone’ krentenbaard wordt ook wel impetigo vulgaris genoemd. De blaasjes, veroorzaakt door streptokokken, zijn nauwelijks zichtbaar, omdat ze door hun dunne wanden vrij snel openbarsten. Bij deze vorm van krentenbaard komt veel vocht vrij. Als de vloeistof opdroogt, vormen zich de honinggele korstjes die kenmerkend zijn voor deze oppervlakkige huidinfectie. Typisch zichtbaar als asymmetrische, scherp begrensde en rood omlijnde korsten. Naarmate het proces vordert, beginnen deze te schilferen. Uiteindelijk vallen ze er vanzelf af.
De tweede vorm is de blaarvormende krentenbaard of impetigo bullosa. Hierbij ontstaan kleine of grotere blaren. Deze vorm komt minder vaak voor. Het wordt veroorzaakt door stafylokokken. Ook deze blaren zijn aanvankelijk gevuld met een heldere vloeistof. Naarmate de huidinfectie vordert, verandert de vloeistof van kleur van witachtig grijs naar romig-etterig naar uiteindelijk troebel. Als de grotere blaren openbarsten, blijven natte, glanzende oppervlakken achter. Er vormen zich nauwelijks korsten.
Krentenbaard ontstaat door een bacteriële huidinfectie met stafylokokken en/of streptokokken. Bulleuze impetigo wordt altijd veroorzaakt door Staphylococcus aureus. De bacteriën produceren weefseloplossende gifstoffen die van de bovenste huidlagen in de epidermis afwerpen, waardoor een blaar ontstaat. Niet-bulleuze impetigo wordt veroorzaakt door groep A stafylokokken en/of groep A beta-hemolytische streptokokken. Stafylokokbesmetting komt vaker voor.
Krentenbaard is zeer besmettelijk. De bacterie kun je van iemand anders hebben gekregen via de handen. Je kunt de bacterie zo ook aan andere mensen doorgeven. De boosdoener kan zich ook verspreiden via spullen op oppervlakken waar die op zit. De infectie kan zich verspreiden via direct contact met de wondjes of besmette voorwerpen zoals handdoeken, kleding en speelgoed. Vooral kinderen die samen spelen of naar school of kinderdagverblijf gaan, lopen een verhoogd risico.
De symptomen van krentenbaard zijn kenmerkend en omvatten:
- Rode vlekken of bultjes op de huid
- Blaasjes gevuld met heldere vloeistof
- Na het openbarsten van de blaasjes ontstaan er natte, rode plekken
- Een honingkleurig korstje dat het opvallendste kenmerk is
- De plekken kunnen jeuken of pijnlijk aanvoelen
- Bij een heftige infectie kan het kind ziek zijn met koorts en opgezwollen lymfeklieren
Krentenbaard bij baby’s kan bijvoorbeeld beginnen met rode plekjes die zich ontwikkelen tot blaasjes en korsten. Door de kwetsbare huid van baby’s kan de infectie zich sneller verspreiden en ernstiger verlopen. Ouders moeten extra alert zijn op symptomen van krentenbaard, vooral omdat baby’s zich moeilijk kunnen beschermen tegen krabben en het aanraken van wondjes. In sommige gevallen kan krentenbaard bij baby’s ook gepaard gaan met koorts, wat kan wijzen op een ernstigere infectie.
De behandeling van krentenbaard hangt af van de ernst van de infectie. Meestal wordt er een antibiotica voorgeschreven in de vorm van een crème, zalf, tabletten of siroop. De meest voorkomende behandeling is een fusidinezuurcrème. Deze crème bevat een antibioticum dat bacteriën bestrijdt.
Bij krentenbaard zijn er een aantal dingen die je zelf kunt doen om de aandoening onder controle te houden:
- Het getroffen gebied kan geïrriteerd raken en jeuken. Het is belangrijk om er niet aan te krabben, omdat het de krentenbaard kan verspreiden en erger kan maken.
- Was je handen zorgvuldig en meerdere keren op een dag. Daarna de handen goed afdrogen. Gebruik bij voorkeur keukenpapier.
- Was jezelf of je kind goed met zeep. Daarna goed droogdeppen.
- Gebruik elke dag een schone handdoek. Gebruik deze handdoek alleen voor jezelf.
- Zorg ervoor dat je nagels kortgeknipt zijn. Zo voorkom je dat de bacterie onder de nagels komt te zitten.
- Informeer je gezinsleden, groepsgenoten of lasgenoten van je kind. Zij dienen hun handen ook regelmatig te wassen om verspreiding te voorkomen.
- Houd je huid goed schoon door bijvoorbeeld de deurklinken of trapleuning extra vaak te reinigen.
Het is niet nodig om speciale ontsmettingsmiddelen te gebruiken. Zeep is genoeg om je huid mee schoon te maken. Andere middelen, bijvoorbeeld alcohol of jodium, helpen niet beter dan zeep.
Voor de voorkoming van krentenbaard is het belangrijk om goede hygiëne aan te houden. Dit omvat het regelmatig wassen van handen, het gebruik van eigen handdoeken en het vermijden van het delen van kleding of speelgoed. Daarnaast is het belangrijk om de huid schoon en droog te houden. Bij kinderen die al last hebben van eczeem of andere huidproblemen, is het belangrijk om dit goed onder controle te houden, omdat dit het risico op krentenbaard kan vergroten.
Een kind met krentenbaard kan gewoon naar een dagverblijf, peuterspeelzaal of school. Vertel aan de pedagogisch medewerker of leerkracht dat het kind krentenbaard heeft. Zij kunnen overleggen met de GGD of het nodig is om andere ouders te informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van krentenbaard bij hun kind. Soms mag een kind pas 24 uur na de start van de antibioticabehandeling naar school of kinderopvang.
Voor kindercentra en scholen zijn er enkele tips bij krentenbaard:
- Adviseer de ouder met het kind naar de huisarts te gaan voor behandeling.
- Let extra op handhygiëne, na huidcontact met het besmette kind de handen goed wassen.
- Laat het kind niet aan de plekken krabben, om herbesmetting te voorkomen.
- Gebruik voor het kind een eigen handdoek.
- Plak de blaasjes niet af met een pleister. Het zal tot broei leiden die de infectie zal vergroten.
Hoewel krentenbaard vooral voorkomt bij kinderen, kan het ook bij volwassenen voorkomen. De symptomen zijn vergelijkbaar met die bij kinderen. Bij volwassenen is het belangrijk om de huid goed schoon te houden en te voorkomen dat de infectie zich verspreidt. Werkt u in de zorg of met kleine kinderen, dan is het belangrijk om overleg te houden met de bedrijfsarts, werkgever of GGD.
Hoewel krentenbaard meestal lokaal is en zich spontaan oplost, kunnen er complicaties ontstaan. Bijvoorbeeld een uitgebreidere infectie of een verergering van de aandoening. Bij kinderen die al last hebben van eczeem of andere huidaandoeningen, is het belangrijk om dit goed onder controle te houden, omdat dit het risico op krentenbaard kan vergroten.
Krentenbaard is volgens het RIVM in principe niet gevaarlijk voor het ongeboren kind. Echter, bij een ernstige infectie kan het kind ziek zijn met koorts en opgezwollen lymfeklieren. Bel dan direct de huisarts of huisartsenpost.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet