Leerplannen voor het secundair onderwijs: Lichamelijke opvoeding en gezondheid
juli 7, 2025
In de opvoedingspraktijk worden kinderen vaak beloond of gestraft om hun gedrag te beïnvloeden. Dit is een veelgebruikte methode die al jaren in de praktijk wordt gebracht, maar steeds vaker wordt onderzocht of het werkt. Uit tal van onderzoeken blijkt dat straffen en belonen geen duurzame oplossing zijn voor het beïnvloeden van gedrag. In plaats daarvan worden er steeds meer alternatieven aangeboden die gericht zijn op het ontwikkelen van zelfstandigheid, empathie en een goed zelfbeeld bij kinderen. In dit artikel wordt gekeken naar de invloed van straffen en belonen op kinderen, de nadelen van deze methoden en alternatieven die effectiever kunnen zijn.
Het straffen en belonen principe is gebaseerd op het door de Amerikaanse psycholoat B.F. Skinner ontdekte ‘operante conditionering’. Hierbij wordt er op aangegeven dat positief gedrag kan worden gestimuleerd door het te belonen en negatief gedrag kan worden afgeremd door het te bestraffen. In de praktijk betekent dit dat ouders of opvoeders kinderen belonen met stickers, toetjes of andere beloningen als het gedrag gewenst is, en straffen als het gedrag ongewenst is, zoals het weigeren om te luisteren of een opstandig gedrag vertonen.
Echter, de werking van deze methoden blijkt in de praktijk niet zo effectief als men zou verwachten. Er is veel onderzoek gedaan naar het effect van straffen en belonen op kinderen, en het blijkt dat deze methoden op de lange termijn meer nadelen kunnen opleveren dan voordelen.
Een van de belangrijkste redenen waarom straffen niet werkt is dat het geen duurzame oplossing is. Kinderen die worden gestraft, leren vaak niet wat ze verkeerd deden of hoe ze het beter kunnen doen. In plaats daarvan focust het kind zich op de straf in plaats van op het gedrag dat fout is. De nadruk ligt op het bestraffen van het gedrag, in plaats van het leren van het gedrag. Dit kan leiden tot een negatief zelfbeeld en emotionele onzekerheid bij kinderen.
Bijvoorbeeld, als een kind wordt gestraft voor het niet luisteren, dan is het doel van de straf om het gedrag te beïnvloeden, maar in de praktijk leidt dit er vaak toe dat het kind bang raakt en niet meer weet wat het verkeerd deed. Kinderen leren hierdoor niet hoe ze beter kunnen omgaan met situaties, maar wel hoe ze zich moeten gedragen om straf te voorkomen. Dit is geen duurzame oplossing, want kinderen leren niet van hun fouten, maar alleen om te voorkomen dat ze worden bestraft.
Hoewel belonen vaak als positief wordt beschouwd, heeft het ook nadelen. Het probleem is dat kinderen afhankelijk raken van beloningen en prijzen. Ze doen iets niet omdat ze het zelf willen, maar om een beloning te krijgen. Dit leidt tot een verschuiving van intrinsieke motivatie naar extrinsieke motivatie. In plaats van dat kinderen vanuit hun eigen motivatie een actie ondernemen, doen ze het om een beloning te krijgen.
Bijvoorbeeld, als een kind zijn kamer opruimtdoor de belofte van zakgeld, dan is de motivatie niet van binnen gekomen, maar is het bepaald door de beloning. Op de lange termijn kan dit leiden tot een afhankelijkheid van beloningen en een afname van het eigen initiatief van het kind.
Hoewel straffen en belonen vaak als tegenstellingen worden gezien, hebben ze wel een gemeenschappelijke eigenschap: ze beïnvloeden het gedrag van kinderen via externe prikkels. Straffen zijn echter meestal gericht op het bepalen van een negatief gedrag, terwijl belonen gericht is op het stimuleren van positief gedrag. Toch blijven zowel straffen als belonen effectief op de korte termijn, maar op de lange termijn blijken ze minder effectief te zijn.
Een van de belangrijkste effecten van straffen is dat het het zelfbeeld van kinderen kan beïnvloeden. Kinderen die vaak worden gestraft, lopen het risico om een laag zelfbeeld te ontwikkelen. Ze voelen zich onzeker en angstig, wat kan leiden tot een afname van hun zelfvertrouwen en emotionele stabiliteit. Ook kan het gevoel van onmacht en frustratie toenemen, wat op zijn beurt leidt tot een slechtere relatie tussen ouder en kind.
Bijvoorbeeld, als een kind wordt gestraft voor iets wat hij niet goed deed, dan voelt het kind het als een persoonlijke afwijzing. Dit kan leiden tot een gevoel van onzekerheid en angst, wat op de lange termijn negatief kan zijn voor de ontwikkeling van het kind.
Er zijn alternatieven voor het straffen en belonen van kinderen, die gericht zijn op het ontwikkelen van zelfstandigheid, empathie en een goed zelfbeeld. Een van de belangrijkste principes is het geven van keuzes aan kinderen. Door kinderen te laten kiezen, ontwikkelen ze hun eigen denkvermogen en leren ze verantwoordelijkheid te nemen. Dit leidt tot een betere betrokkenheid van het kind bij het opvoedingsproces.
Een andere methode is het luisteren naar kinderen. Door kinderen te laten weten dat hun mening wordt gehoord, ontwikkelen ze een gevoel van waardering en vertrouwen. Dit helpt hen om beter met hun gedrag om te gaan en te leren hoe ze hun eigen keuzes kunnen maken.
Er zijn verschillende voordelen van opvoeden zonder straffen en belonen. Eén van de belangrijkste voordelen is dat kinderen leren om zelfstandig te denken en verantwoordelijkheid te nemen. In plaats van dat ze worden beïnvloed door externe prikkels, leren ze om vanuit hun eigen motivatie te handelen. Dit leidt tot een betere ontwikkeling van het kind en een betere relatie tussen ouder en kind.
Een ander voordeel is dat kinderen leren om met anderen om te gaan en empathie te ontwikkelen. Door kinderen te laten zien hoe hun gedrag anderen beïnvloed, leren ze om te denken aan de gevolgen van hun acties. Dit is een belangrijke opvoedingsopdracht, omdat het helpt bij het ontwikkelen van sociale vaardigheden en verantwoordelijkheid.
De nadelen van opvoeden met straffen en belonen zijn talrijk. Eén van de belangrijkste nadelen is dat kinderen afhankelijk raken van externe prikkels. Ze leren niet om vanuit hun eigen motivatie te handelen, maar alleen om beloningen te krijgen of straffen te voorkomen. Dit kan leiden tot een afname van het initiatief van het kind en een afname van hun zelfvertrouwen.
Een ander nadeel is dat straffen en belonen kunnen leiden tot een negatief zelfbeeld en emotionele onzekerheid bij kinderen. Kinderen die vaak worden gestraft, voelen zich onzeker en angstig, wat op de lange termijn negatief kan zijn voor hun ontwikkeling.
Het verschil tussen opvoeden met en zonder straffen ligt in de manier waarop het gedrag van kinderen wordt beïnvloed. Bij opvoeden met straffen wordt het gedrag van kinderen beïnvloed door middel van straffen, terwijl bij opvoeden zonder straffen het gedrag van kinderen wordt beïnvloed door middel van andere methoden, zoals het geven van keuzes, het luisteren naar kinderen en het stimuleren van intrinsieke motivatie.
De voordelen van opvoeden zonder straffen zijn dat kinderen leren om zelfstandig te denken en verantwoordelijkheid te nemen. Ze leren om vanuit hun eigen motivatie te handelen, in plaats van om beloningen te krijgen of straffen te voorkomen. Dit leidt tot een betere ontwikkeling van het kind en een betere relatie tussen ouder en kind.
Opvoeden zonder straffen en belonen is een effectieve methode om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. In plaats van dat kinderen worden beïnvloed door externe prikkels, leren ze om vanuit hun eigen motivatie te handelen. Dit leidt tot een betere ontwikkeling van het kind en een betere relatie tussen ouder en kind. Er zijn verschillende alternatieven voor het straffen en belonen van kinderen, die gericht zijn op het ontwikkelen van zelfstandigheid, empathie en een goed zelfbeeld. Door kinderen te laten kiezen, te luisteren naar hen en hen te stimuleren om vanuit hun eigen motivatie te handelen, leren ze beter met hun gedrag om te gaan en verantwoordelijkheid te nemen. Hierdoor ontwikkelen ze zich beter en hebben ze een betere kans om te slagen in het leven.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet