De Rol van de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding bij de Opleiding van Kinderen
juli 7, 2025
De opvoeding van kinderen is een complex proces dat zowel emotioneel als psychologisch van invloed is op hun ontwikkeling. In veel gevallen is het belangrijk dat ouders hun kinderen beschermen en begeleiden, maar te veel bescherming kan het tegendeel bereiken. In dit artikel bespreiden we wat overbeschermend opvoeden inhoudt, welke gevolgen dit kan hebben en hoe ouders de juiste balans kunnen vinden tussen bescherming en autonomie.
Overbeschermend opvoeden houdt in dat ouders hun kinderen te veel begeleiden, bepalen en beschermen. Dit kan leiden tot een situatie waarin het kind niet de kans krijgt om zelfstandig te leren omgaan met problemen, risico’s en tegenslagen. Uit meerdere bronnen blijkt dat overbeschermend opvoeden vooral voorkomt in situaties waarin ouders hun kind te veel willen beschermen tegen mogelijke schade, angst of teleurstelling. Dit kan worden veroorzaakt door persoonlijke angst, overmatige zorgen of een te hoge verwachting van het kind.
De bron [1] beschrijft overbeschermend opvoeden als een situatie waarin ouders voortdurend bepaalde dingen verbannen uit angst voor mogelijke gevaren. Ook wordt er vaak van alles geregeld voor het kind, zoals welke vriendjes mogen komen of wie niet. Dit soort gedrag kan leiden tot een gebrek aan autonomie bij het kind. De bron [6] stelt dat kinderen die overbeschermend worden opgevoed een beperkt gevoel van autonomie ervaren. Ze leren niet zelf te kiezen, en ze worden niet uitgedaagd om hun eigen behoeften te leren herkennen.
Overbeschermend opvoeden kan verschillende gevolgen hebben voor het kind, waaronder een vermindering van hun zelfvertrouwen, een lage frustratietolerantie en een gebrek aan zelfstandigheid. In de bron [1] wordt aangegeven dat overbeschermend opvoeden leidt tot angstige mensen, afhankelijke kinderen en een gebrek aan zelfvertrouwen. Bovendien kunnen kinderen die overbeschermend worden opgevoed moeilijk leren omgaan met risico’s en problemen, omdat ze niet de kans krijgen om zelf te leren van hun fouten.
De bron [6] benadruidt dat overbeschermend opvoeden in verband staat met zowel internaliserend als externaliserend probleemgedrag. Dit kan zich uiten in faalangstig gedrag, teruggetrokkenheid, pesten of agressie. De bron [11] stelt dat overbeschermend opvoeden een risicofactor is voor de continuering van sociaal teruggetrokken gedrag. Kinderen die overbeschermend worden opgevoed, kunnen moeite hebben met het opbouwen van sociale relaties en het omgaan met andere kinderen.
De oorzaak van overbeschermend opvoeden ligt vaak bij de ouders zelf. De bron [8] geeft aan dat ouders vaak met de beste bedoelingen werken, maar hun angst, overtuigingen of levenservaringen bepalen hoe ze hun kinderen opvoeden. Sommige ouders zijn bang voor gevaar of tegenslag, willen voorkomen dat hun kind pijn lijdt, of willen hen behoeden voor verkeerde keuzes. Andere ouders zijn zelf onzeker en projecteren dat op hun kind, of ze willen hun kind een perfecte jeugd geven omdat zij zelf niet zo’n jeugd hebben gekregen.
De bron [6] benadruidt dat er sprake is van twee soorten overbeschermend opvoeden: angstgedreven en egobetrokken. Ouders die angstgedreven overbeschermend opvoeden zijn, zijn gefocust op het preventief oplossen van problemen, waardoor het kind niet de kans krijgt om zelf problemen op te lossen. Egobetrokken ouders daarentegen zetten het kind op een voetstuk en complimenteren ze constant, wat kan leiden tot een gebrek aan autonomie en zelfstandigheid bij het kind.
De opvoeding van kinderen vereist een evenwicht tussen bescherming en autonomie. De bron [3] benadruidt dat het belangrijk is dat ouders hun kinderen steunen en begeleiden, maar ook ruimte geven om zelfstandig te leren. In de ontwikkelingsfasen van 0 tot 2 jaar is het belangrijk dat kinderen een veilige band opbouwen met hun ouder. In deze fase leren kinderen omgaan met anderen, en ze leren dat ze een individu zijn. In de leeftijd van 2 tot 4 jaar is het belangrijk dat ouders structuur en duidelijkheid bieden, zodat het kind zich veilig voelt.
De bron [7] benadruidt dat ouders hun kinderen moeten leren om met risico’s om te gaan. Dit draagt bij aan hun mentale en fysieke gezondheid, maar ook aan hun zelfstandigheid en veerkracht. Het is belangrijk dat ouders hun kinderen niet te veel beschermen, maar juist de kans geven om te leren van hun fouten en risico’s te nemen.
De opvoeding van kinderen is niet alleen verantwoordelijkheid van ouders, maar ook van school, dagopvang en de wijk. De bron [5] benadruidt dat iedereen die betrokken is bij het opgroeiende kind inziet dat een schaafwond, bult of ook een vieze broek erbij horen. Daar leren kinderen van. Het is belangrijk dat ouders, juffen en verzorgers samenwerken om kinderen te leren omgaan met risico’s en tegenslagen.
De bron [6] stelt dat de school ook een rol speelt bij het bepalen van de mate van overbescherming. Het is belangrijk dat juffen en leraren de kans geven om kinderen te leren omgaan met problemen en risico’s. Daarnaast is het belangrijk dat ouders hun kinderen niet te veel bepalen, maar juist de ruimte geven om zelfstandig te leren.
Overbeschermend opvoeden kan leiden tot een gebrek aan autonomie, zelfvertrouwen en sociale vaardigheden bij kinderen. Het is belangrijk dat ouders de juiste balans vinden tussen bescherming en autonomie, zodat kinderen leren omgaan met risico’s en tegenslagen. De opvoeding van kinderen vereist samenwerking tussen ouders, school, dagopvang en de wijk, zodat kinderen kunnen leren om te kiezen, te leren en zich te ontwikkelen. Het is belangrijk dat ouders hun kinderen niet te veel beschermen, maar juist de kans geven om zelfstandig te leren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet