Een lam opvoeden met de fles: praktische tips en voedingsregels
juli 7, 2025
De Katholieke Academie voor Lichamelijke Opvoeding (KALO) is een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van de lichamelijke opvoeding in Nederland. De opleiding werd opgericht in 1924 en had als doel om katholieke leerkrachten voor de gymnastiek te vormen. Deze academie speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van de lichamelijke opvoeding, met name binnen de katholieke gemeenschap. In dit artikel worden de geschiedenis, organisatie, invloed en huidige stand van zaken van de KALO besproken, gebaseerd op de beschikbare informatie uit de bronnen.
De oprichting van de Katholieke Academie voor Lichamelijke Opvoeding (KALO) was het gevolg van het streven naar een gescheiden katholieke opleiding voor lichamelijke opvoeding. In de jaren rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw ontstond er in Nederland een stroming van katholieke organisaties die hun eigen opleidingen en activiteiten wilden opzetten. Dit was een gevolg van het emancipatorische streven van het katholieke volk, dat zich wilde onderscheiden van de overige bevolkingsgroepen.
De oprichting van de KALO vond plaats in 1924, onder leiding van Huub Nijsten, die als inspecteur van de lichamelijke opvoeding werkte. Hij had het initiatief genomen voor een 'Roomsche opleiding' van leerkrachten in de gymnastiek, en kreeg steun van de katholieke vakvereniging 'De Nationale' en de R.K. Leergangen in Tilburg. Het instituut kreeg de naam 'R.K. Centraal Instituut tot vorming van Leerkrachten voor de Gymnastiek' (CILG), wat aangaf dat het bedoeld was om katholieke leerkrachten op te leiden.
Deze opleiding was bedoeld om een eigen katholieke identiteit te behouden, in tegenstelling tot de overige opleidingen die niet op religieuze grondslag waren opgezet. De KALO was deel van de R.K. Leergangen, een organisatie die opleidingen voor verschillende vakgebieden aanboden. In de jaren 1920 en 1930 werd de opleiding steeds belangrijker, met name door de opkomst van de 'Zuidermethode', een specifieke aanpak van lichamelijke opvoeding die in het katholieke milieu populair werd.
De opleiding was drie jaar lang, en later werd deze uitgebreid tot vier jaar. De leerlingen die deze opleiding volgden, voelden zich aanvankelijk aan als lid van een kleine 'gemengde' familie, wat betekende dat ze van verschillende achtergronden kwamen, wat leidde tot een gevoel van gemeenschap. De studenten verweren zichzelf als onderdeel van een specifieke groep, wat leidde tot het opbouwen van een sterke identiteit.
In de jaren 1930 werd de opleiding ook beïnvloed door de economische crisis, wat leidde tot problemen met de financiële ondersteuning. Om dit op te vangen, werd er in die jaren een alternatief model opgezet, namelijk de 'Haagse Kweekschool', die onder leiding stond van Arie Tervoort. Deze school was bedoeld om de opleiding te ondersteunen, maar leidde ook tot conflicten met de bestaande opleiding.
De opleiding kreeg ook een eigen vakblad, het 'R.K. Vakblad voor Gymnastiek', dat in 1926 werd gestart. Dit vakblad speelde een belangrijke rol in het verspreiden van katholieke leerprincipes en het opbouwen van een gemeenschappelijke identiteit onder de leerkrachten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de opleiding tijdelijk gestaakt, maar na de oorlog werd er opnieuw opgericht. In 1950 werd de opleiding herverkend en kreeg een nieuwe naam: de Katholieke Academie voor Lichamelijke Opvoeding. In 1967 werd de academie overgeplaatst naar Tilburg, waar het een nieuw gebouw kreeg aan de Goirleseweg. Dit was een belangrijke stap in de ontwikkeling van de opleiding, die zich verder ontwikkelde naar een moderne vorm van lichamelijke opvoeding.
In de jaren 1970 en 1980 werd de opleiding verder aangepast aan de toenemende behoeften van de maatschappij. Er werd gewerkt aan de professionalisering van de leerkrachten, en de opleiding kreeg een bredere invulling, met als doel om leerkrachten op te leiden die zowel lichamelijke vaardigheden als psychosociale kennis konden verwerken.
De Katholieke Academie voor Lichamelijke Opvoeding is tegenwoordig onderdeel geworden van de Fontys Sporthogeschool. De opleiding heeft zich ontwikkeld naar een moderne vorm van lichamelijke opvoeding, die ook rekening houdt met de behoeften van leerlingen in de hedendaagse maatschappij. De opleiding biedt nu een bredere invulling, met als doel om leerkrachten op te leiden die zowel lichamelijke vaardigheden als psychosociale kennis kunnen verwerken.
De opleiding heeft ook invloed gehad op de ontwikkeling van de lichamelijke opvoeding in Nederland. De KALO heeft bijgedragen aan het opbouwen van een sterke katholieke identiteit binnen de lichamelijke opvoeding, en heeft bijgedragen aan het ontwikkelen van leerprincipes die ook in andere sectoren van de opvoeding zijn toegepast.
De Katholieke Academie voor Lichamelijke Opvoeding heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van de lichamelijke opvoeding in Nederland. De opleiding, opgericht in 1924, had als doel om katholieke leerkrachten op te leiden, en heeft bijgedragen aan het opbouwen van een sterke katholieke identiteit binnen de lichamelijke opvoeding. De opleiding heeft zich ontwikkeld van een driejarige opleiding naar een moderne vorm van lichamelijke opvoeding, die ook rekening houdt met de behoeften van de hedendaagse maatschappij. De KALO heeft bijgedragen aan het opbouwen van een sterke katholieke identiteit binnen de lichamelijke opvoeding, en heeft bijgedragen aan het ontwikkelen van leerprincipes die ook in andere sectoren van de opvoeding zijn toegepast.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet