Onderwijs voor moeilijk opvoedbare kinderen in Roosendaal: Beleid, praktijk en ondersteuning
juli 11, 2025
De vraag of opvoeding een circulair of lineair proces is, is een kernvraag in de hulpverlening, onderwijs en gezinsbegeleiding. In de bronnen die beschikbaar zijn, wordt duidelijk dat de kaders van opvoeding niet eenduidig kunnen worden gecategoriseerd als lineair of circulair. In plaats daarvan wordt een mengvorm van beide benaderingen gevisualiseerd. De bronnen laten zien dat opvoeding een complex proces is dat zowel lineaire als circulaire aspecten bevat, afhankelijk van de context, de betrokkenen en het doel van de opvoeding.
De vraag of opvoeding een lineair of circulair proces is, is van belang voor ouders, onderwijsprofessionals en gezinsbegeleiders. In de bronnen wordt het verschijnsel van opvoeding geanalyseerd vanuit verschillende theorieën, waaronder de systeemtheorie, de communicatietheorie en de leertheorie. Uit de bronnen blijkt dat opvoeding niet te beperken is tot een enkelvoudig lineair model, noch volledig circulair is. In plaats daarvan is het een combinatie van beide benaderingen, afhankelijk van de context, de betrokkenen en de doelen van de opvoeding. Dit artikel bevat een overzicht van de bronnen en analyseert hoe opvoeding kan worden bekeken vanuit lineaire en circulaire modellen.
In de bronnen wordt het verschil tussen lineair en circulair denken duidelijk gemaakt. Lineair denken is een eenduidig, oorzaak-gevolg model, waarbij een gebeurtenis leidt tot een andere gebeurtenis. Bijvoorbeeld: een kind krijgt een les gegeven, en daarna is het leerproces voltooid. In dit model is er sprake van een duidelijke begin- en eindpunt. Bij circulair denken is er echter een wederzijdse invloed tussen factoren. Het gevolg heeft invloed op de oorzaak, en omgekeerd. Dit model is complexer, maar helpt bij het begrijpen van interacties en het aanpassen van gedrag.
In de bronnen wordt het verschijnswoord van de circulaire economie aangehaald, die een alternatief model biedt voor het omgaan met grondstoffen. Hierbij gaat men uit van wat er al is en probeert dat te hergebruiken, in plaats van te werken met eindproducten die worden weggegooid. Dit model kan ook worden toegepast op het opvoedingsproces. In plaats van een eindpunt te stellen, wordt er gekeken naar hoe deelname, interactie en groei elkaar beïnvloeden.
Uit de bronnen blijkt dat opvoeding sterk circulair is. In de context van het gezin, de school en de sociale omgeving, is opvoeding een proces dat niet eindigt, maar zich blijft ontwikkelen. Dit wordt onder meer duidelijk in de bronnen over het gezinsmodel, waarin sprake is van interactieve patronen en wederzijdse beïnvloeding. De social worker neemt communicatie en interactie mee in de analyse van het gezin, en de aandacht voor destructieve interactiepatronen is een mogelijke interventie. De strategische theorie (Watzlawick) ziet gezin/huwelijk als een interactioneel systeem, waarin men de aard van relaties vaststelt. Dit suggereert dat opvoeding een interactief proces is, waarin ouders, kinderen en andere betrokkenen wisselwerking hebben.
De bronnen geven ook aan dat het leren een proces is dat zich voortzet. In plaats van een blokje kennis te claimen en duur te verkopen, is de beweging van voortdurend leren de drijvende kracht van opvoeding. En daar is niemand eigenaar van. Dit duidt erop dat opvoeding niet beperkt is tot een lineair pad, maar zich voortzet in een cirkel, waarin iedereen van iedereen iets kan leren.
Tegelijkertijd is er ook sprake van lineaire aspecten in het opvoedingsproces. In veel gevallen wordt opvoeding gezien als een proces dat een bepaalde volgorde heeft. Bijvoorbeeld: het kind leert eerst rekenen, daarna taal, en vervolgens geschiedenis. In dit model is er sprake van een duidelijke begin- en eindpunt. In de bronnen wordt het concept van een lineair proces ook aangehaald in het verband met het leren van kennis. In de klassieke leertheorie van stimulus-response is het een deel van het verhaal. De operante conditionering maakt ook deel uit van de leertheorie, en gaat ervan uit dat gedrag wordt gevormd door de consequenties van dat gedrag. Dit model is lineair, want het legt een oorzaak-gevolg relatie vast.
In de bronnen wordt ook het begrip “lineair of circulair” gebruikt in de context van het opvoedingsproces. In een lineair model is het doel van opvoeding om bepaalde kennis en vaardigheden over te dragen, terwijl in een circulair model het doel is om interactie, groei en samenwerking te bevorderen. In sommige gevallen is het dus mogelijk om opvoeding te zien als een lineair proces, met duidelijke stappen en doelen.
De bronnen tonen aan dat opvoeding zowel lineair als circulair kan zijn, afhankelijk van de context. In veel gevallen is het een combinatie van beide modellen. Bijvoorbeeld: een kind leert eerst rekenen, wat een lineair proces is, maar het leren van rekenen gebeurt ook via interactie met anderen, wat een circulair proces is. Dit betekent dat opvoeding niet beperkt is tot een enkelvoudig model, maar een mengvorm van beide benaderingen is.
De bronnen tonen ook aan dat het opvoedingsproces niet kan worden gezien als een eindig proces, maar dat het zich blijft ontwikkelen. Dit is een kenmerk van het circulaire denken, waarin er geen duidelijk einde is, maar wel een voortdurende ontwikkeling. In dit opzicht is opvoeding een circulair proces, waarin iedereen zich blijft ontwikkelen en groeit.
Feedback speelt een belangrijke rol in het opvoedingsproces. In de bronnen wordt uitgelegd dat feedback de terugkoppeling is van gevolg naar oorzaak. Bijvoorbeeld: een kind krijgt positieve feedback als het een taak goed doet, en dat stimuleert het kind om verder te gaan. Negatieve feedback kan het gedrag van het kind beïnvloeden. Dit model is ook van toepassing op het opvoedingsproces, waarin feedback een belangrijk onderdeel is om de ontwikkeling van het kind te beïnvloeden.
In de bronnen wordt ook gesproken over het begrip “feedback” in de context van het opvoedingsproces. Feedback is een vorm van wederzijdse beïnvloeding, waarin de ouder en het kind elkaar beïnvloeden. Dit is een kenmerk van het circulaire denken, waarin er geen duidelijke oorzaak en gevolg zijn, maar wel wederzijdse invloed.
Het gezin speelt een cruciale rol in het opvoedingsproces. In de bronnen wordt het gezin beschouwd als een systeem dat interactie en wederzijdse beïnvloeding bevat. Het gezin is een open systeem dat informatie uitwisselt met de omgeving (input/output), waarop reactie komt (feedback). Tussen cliënten en hulpverleners is steeds interactie en daarmee wederzijdse beïnvloeding. Dit is een kenmerk van het circulaire denken, waarin iedereen elkaar beïnvloedt.
De bronnen tonen aan dat het opvoedingsproces niet alleen bepaald wordt door de school, maar ook door het gezin. De ouderlijke rol is belangrijk in het opvoedingsproces, en de manier waarop ouders met hun kind omgaan, beïnvloedt het gedrag van het kind. Dit is een voorbeeld van het circulaire denken, waarin de invloed van het gezin op het kind niet lineair is, maar wederzijdse beïnvloeding betreft.
De leerstijl speelt ook een rol in het opvoedingsproces. In de bronnen wordt uitgelegd dat elk individueel systeem een eigen leerstijl heeft, met eigen manieren voor de uitvoering van taken en de oplossing van problemen. Leren is een proces dat leidt tot verandering (mentaal en in gedrag). Elk individu heeft een voorkeur voor een of meer fasen uit het leerproces, zoals concreet ervaren, reflectief observeren, abstract conceptualiseren en actief experimenteren. Dit is een kenmerk van het circulaire denken, waarin het leren geen eindpunt is, maar een voortdurende ontwikkeling.
Uit de bronnen blijkt dat opvoeding zowel lineair als circulair kan zijn, afhankelijk van de context en de betrokkenen. In veel gevallen is het een combinatie van beide modellen. Opvoeding is een complex proces dat zowel lineaire als circulaire aspecten bevat. In veel gevallen is het een wisselwerking tussen deelname, interactie en groei. Dit suggereert dat opvoeding een circulair proces is, waarin iedereen zich blijft ontwikkelen en groeit. Tegelijkertijd is er ook sprake van lineaire aspecten, zoals het leren van bepaalde kennis en vaardigheden. Het opvoedingsproces is dus geen eenduidig lineair of circulair proces, maar een mengvorm van beide.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet