Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
Lichamelijke opvoeding (LO) is een essentieel onderdeel van het onderwijs in Nederland en België, en speelt een cruciale rol in het ontwikkelen van fysieke, mentale en sociale vaardigheden bij kinderen. In dit artikel wordt ingegaan op de verplichtheid van LO, de bevoegdheid voor het geven van het vak, de hoeveelheid uren die op school aan LO wordt besteed, en de rol van LO in het curriculum van het voortgezet onderwijs. De informatie is gebaseerd op de beschikbare bronnen en geeft een overzicht van de huidige situatie rondom LO.
Een van de belangrijkste vragen die gesteld wordt is: Is lichamelijke opvoeding een keuzevak? Volgens de bronnen is het antwoord hierop duidelijk: Nee, lichamelijke opvoeding is geen keuzevak, maar een verplicht onderdeel van het curriculum in het voortgezet onderwijs (VO). In Nederland is LO een verplicht vak voor alle leerlingen op de middelbare school, met uitzondering van leerlingen op VAVO-scholen. In België is het vak in het secundair onderwijs eveneens verplicht, met een minimum van twee lestijden per week.
De verplichte aard van LO wordt ondersteund door de beschermde status van het vak. Sinds de afschaffing van de wettelijke lessentabel in 2005 heeft LO een beschermde status, wat betekent dat scholen het aantal uren lichamelijke opvoeding moeten geven dat voor 1 augustus 2005 op het rooster stond. Dit geldt ook voor het nieuwe systeem dat in 2024 is ingevoerd met de reparatiewet, die duidelijkheid biedt over de urennormen per schoolsoort.
Lichamelijke opvoeding (LO) wordt vaak aangeduid als bewegingsonderwijs, en het is een vak dat gericht is op het ontwikkelen van fysieke, mentale en sociale vaardigheden bij leerlingen. In het basisonderwijs staat LO standaard op het programma, en in het voortgezet onderwijs wordt het verder uitgebreid. LO omvat verschillende activiteiten, waaronder:
De kerndoelen van LO zijn onderverdeeld in drie categorieën:
In het voortgezet onderwijs wordt LO uitgebreid aangeboden in verschillende vormen, waaronder LO2 en BSM (Bewegen, Sport en Maatschappij), waarin leerlingen dieper ingaan op de theorie en praktijk van bewegen, sport en samenleving.
De hoeveelheid uren die op school aan LO wordt besteed, verschilt per schoolsoort. Volgens de bronnen is de aanbevolen uren per week als volgt:
Deze aantallen zijn gebaseerd op de situatie van 1 augustus 2005, maar zijn sinds de invoering van de reparatiewet in 2024 aangepast. De wet stelt nu duidelijke landelijke urennormen vast voor lichamelijke opvoeding per schoolsoort, namelijk:
Deze uren worden berekend op basis van 40 lesweken per jaar en 50-minutencursussen. De onderwijsondersteuningsdienst (OUD) en de Onderwijsinspectie geven scholen aanwijzingen over hoe ze het vak het beste kunnen aanbieden, met als doel het realiseren van de kerndoelen en het veilig stellen van een voldoende kwaliteit van het onderwijs.
Voor het geven van lichamelijke opvoeding zijn bepaalde bevoegdheden vereist. In het primair onderwijs is een bevoegdheid vereist om LO te kunnen geven. Voor het voortgezet onderwijs gelden dezelfde bevoegdheden als in het reguliere basisonderwijs. Een belangrijke uitzondering is dat de speciale eis van de leergang ‘vakbekwaamheid bewegingsonderwijs’ geldt voor leerlingen vanaf zeven jaar (in plaats van groep drie tot en met acht zoals geldt in het reguliere basisonderwijs).
Een leerkracht is bevoegd voor het geven van LO als hij of zij beschikt over:
Daarnaast is het belangrijk om te weten dat bekwaamheid iets anders is dan bevoegdheid. Bekwaamheid kan je als vakdocent of groepsleerkracht bijvoorbeeld vergroten door workshops en clinics te volgen bij studiedagen. Dit geldt ook voor leraars in het speciaal onderwijs.
In het voortgezet onderwijs wordt LO ook aangeboden als examenvak. In de bovenbouw van het vmbo, havo en vwo kunnen leerlingen kiezen voor het examenvak LO2. In de bovenbouw havo en vwo kunnen leerlingen ook kiezen voor het examenvak BSM (Bewegen, Sport en Maatschappij). Deze examenvakken zijn gericht op verdieping en verbreding in het vakgebied van LO.
De eindtermen voor LO2 zijn opgedeeld in vijf domeinen:
Deze eindtermen vormen de basis voor het bepalen van het eindcijfer. Voor LO2 is de officiële studielast vastgesteld op 200 lessen van 50 minuten, wat neerkomt op ongeveer 100 uur onderwijs. Daarnaast is er ook een theoriecomponent, die 30% van het eindcijfer bepaalt.
Er zijn situaties waarin leerlingen vrijgesteld kunnen worden van LO. Dit is echter niet vrijwillig, maar gebeurt enkel op basis van een medische of psychische oorzaak. Voor een vrijstelling is een verklaring nodig van de schoolarts of behandelend arts. In dat geval moeten leerlingen aanwezig zijn in de les en een vervangende pedagogische taak verrichten.
Een ander geval is wanneer leerlingen geen medische oorzaak hebben, maar toch niet in staat zijn tot deelname aan de gymlessen. In dat geval kan een aanpassing worden gemaakt in de invulling van de gymles, zodat leerlingen toch aan de kern van LO kunnen werken.
In het curriculum van het voortgezet onderwijs speelt LO een cruciale rol. In de onderbouw van het vo staan de kerndoelen centraal, en in de bovenbouw worden eindtermen bepaald. Deze kerndoelen en eindtermen vormen de basis voor het bepalen van het eindcijfer en het beoordelen van de leerling.
In het primair onderwijs is het doel van bewegingsonderwijs om kinderen beter te leren bewegen. In het voortgezet onderwijs is het doel om leerlingen te bekwaam maken voor deelname aan de bewegingscultuur. Dit omvat ook het leren omgaan met regels, samenwerking, sportiviteit en eerlijk spel.
Een ander belangrijk aspect van LO is het werken aan samenwerking, teamopbouw en sportiviteit. In de les worden leerlingen aangemoedigd om in groepen te werken, regels te leren en eerlijk te spelen. Dit helpt bij het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het begrijpen van de rol van sport in de samenleving.
Daarnaast wordt er ook gewerkt aan het begrijpen van de invloed van sport en bewegen op de gezondheid. Dit omvat het leren omgaan met de juiste hoeveelheid beweging, het leren van gezonde voeding en het begrijpen van de rol van sport in het dagelijks leven.
Lichamelijke opvoeding is een essentieel onderdeel van het onderwijs in Nederland. Het is een verplicht vak, dat gericht is op het ontwikkelen van fysieke, mentale en sociale vaardigheden bij leerlingen. De hoeveelheid uren die op school aan LO wordt besteed, verschilt per schoolsoort, maar is altijd gebaseerd op de kerndoelen en eindtermen. Daarnaast is er een bevoegdheid vereist om LO te kunnen geven, en zijn er situaties waarin leerlingen vrijgesteld kunnen worden van LO.
De rol van LO in het curriculum is belangrijk, en het speelt een cruciale rol bij het leren omgaan met sport, gezondheid en samenleving. Het is dus belangrijk dat ouders en leerkrachten goed geïnformeerd zijn over de inhoud en de verplichtheid van LO in het onderwijs.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet