Onderwijs en verbondenheid met Israël in de jeugd
juli 7, 2025
De interculturele aspecten van opvoeding, onderwijs en hulpverlening vormen een belangrijk onderdeel van het werk in het kindercentrum en het onderwijs. In de context van een diversiteit aan culturele achtergronden is het van belang om te begrijpen hoe culturele verschillen de opvoeding, het onderwijs en de hulpverlening beïnvloeden. In dit artikel worden de kernpunten besproken die uit de bronnen blijken, zoals de belangrijkste programma’s, de rol van de hulpverleners, de uitdagingen bij de integratie van immigrantenkinderen en de mogelijke oplossingen voor de achterstand die zij kunnen hebben.
Er zijn drie belangrijke programmalijnen die centraal staan in het werken met interculturele aspecten. De eerste programma-lijn betreft interculturele kennis, waarbij het belangrijk is dat professionals, zoals opvoeders en hulpverleners, zich bewust zijn van de culturele verschillen en de invloed daarvan op de opvoeding en het onderwijs. De tweede programma-lijn is intercultureel vakmanschap, wat inhoudt dat de competenties van de professionals worden opgedaan en toegepast in de praktijk. De derde programma-lijn is de versterking van de jeugdvoorzieningen, waarbij de ervaring en kennis uit de praktijk worden gecombineerd met de eerste twee programma-lijnen.
De interculturele competenties kunnen generiek zijn, wat betekent dat ze van toepassing zijn op elke professional, ongeacht hun beroep. Daarnaast zijn er ook specifieke competenties die gericht zijn op het geven van advies en het bereiken van groepsdoelen. Het Forum, dat in de bronnen wordt genoemd, helpt bij het verzamelen van kennis over de verschillende aspecten van interculturele opvoeding, onderwijs en hulpverlening.
De hulpverlening speelt een cruciale rol in de opvoeding en het onderwijs van immigrantenkinderen. Het blijkt dat immigrantengezinnen pas bij de hulpverlening komen als het probleem al groot is. Dit komt doordat de hulpverlening vaak niet voldoende rekening houdt met de visie van de immigrantengezinnen. Het is belangrijk om te weten dat immigranten anders denken over de manier van opvoeding en dat ze vaak een informele en kleine omgeving zoeken voor opvoedingsondersteuning.
Een ander punt is dat er een voorkeur is voor het werken op een bottom-up manier in plaats van top-down. Top-down werkt vanuit de visie van degenen die bevoegd zijn om te sturen, terwijl bottom-up gericht is op de visie van degenen die hulpverlening krijgen. Dit is van belang voor het opbouwen van vertrouwen en het vermijden van vooroordelen.
In het onderwijs is het belangrijk om rekening te houden met culturele diversiteit. Er is sprake van segregatie in het onderwijs, wat kan leiden tot ongelijke kansen voor migrantenkinderen. Dit kan ontstaan door verschil in SES (socio-economische status) tussen de migrantengroep en de NL-NL groep. Er is dus een behoefte aan het aanbieden van meer informatie over andere culturen en het bevorderen van interetnisch contact. Dit helpt bij het vermijden van vooroordelen en het vergroten van begrip.
De oplossingen voor het verkleinen van de achterstand omvatten voor- en vroegschoolse educatie (VVE), waarbij het doel is de achterstand aan te pakken en de sociaalemotionele ontwikkeling en taalontwikkeling van kinderen te vergroten. Daarnaast is het belangrijk om informele educatie in migrantengezinnen te bevorderen, zoals het verbeteren van de kwaliteit van het voorlezen. Dit kan een positieve impact hebben op het leren van de Nederlandse taal.
Bij jonge kinderen is er onderzoek gedaan naar het externe gedrag, waarbij geen verschil werd aangetroffen tussen de T-NL en de NL-NL groep. Dit wijst erop dat het opleidingsniveau of SES het externe gedrag verklaart. Bij adolescenten is de etnische identiteit vaak hoger dan de nationale identiteit, wat kan leiden tot conflicten tussen ouders en kinderen. De ouders gebruiken andere strategieën dan hun kind, wat kan leiden tot gebrek aan overeenstemming.
Psychosomatische klachten en eetstoornissen kunnen ontstaan door stress, en het weinig buitenspelen op jonge leeftijd kan een bijdrrage leveren aan overgewicht. Dit is belangrijk om te beseffen bij het werken met immigrantenkinderen.
De opvoeding wordt beïnvloed door culturele verschillen. Er zijn drie visies op culturele verschillen: het onderscheid tussen functioneel en intentioneel opvoeden, het onderscheid tussen formeel en informeel leren, en het onderscheid tussen sociale rollen en identiteit. Deze visies bepalen hoe kinderen worden opgevoed en hoe ze zich ontwikkelen.
De psychologie van de opvoeders speelt hierbij een rol. Er zijn ethnotheorieën, wat ideeën zijn die opvoeders hebben over hoe kinderen zich ontwikkelen. Ook zijn er gekoesterde waarden, wat eigenschappen zijn die de opvoeder graag in zijn kind ziet. Deze waarden kunnen verschillen per cultuur en beïnvloeden de opvoeding van het kind.
Er zijn culturele verschillen tussen de school en het gezin. De ouder wil dat de leraar het kind opvoedt zoals de ouder het doet. Echter, de verwachtingen tussen de leraar en de ouders kunnen verschillen, wat leidt tot gebrek aan communicatie. Een lage opleiding van de ouder kan ook invloed hebben op de mogelijkheden om onderwijsondersteuning te bieden aan het kind.
Er zijn meerdere oplossingen voor de achterstand van immigrantenkinderen. Het gebruik van educatieve interventieprogramma’s, zoals OPSTAPJE, kan helpen bij het verbeteren van de taalontwikkeling en sociaalemotionele ontwikkeling van peuters. Echter, het is belangrijk om te weten dat de effecten van dergelijke programma’s snel kunnen uitdoven. Daarnaast is het belangrijk om de betrokkenheid van de ouders te bevorderen, zodat ze actief kunnen meewerken aan de ontwikkeling van hun kind.
De interculturele aspecten van opvoeding, onderwijs en hulpverlening vormen een belangrijk onderdeel van het werk in het kindercentrum en het onderwijs. Het is belangrijk om rekening te houden met culturele verschillen en de invloed daarvan op de opvoeding, het onderwijs en de hulpverlening. Door interculturele competenties op te doen en toe te passen, kan het werk met immigrantenkinderen effectiever worden gemaakt. Bovendien is het belangrijk om te werken aan het bevorderen van interetnisch contact, het vermijden van vooroordelen en het aanbieden van ondersteuning voor zowel kinderen als ouders. Door deze aspecten te combineren, kan het onderwijs en de hulpverlening beter aansluiten bij de behoeften van alle kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet