Onderwijs en verbondenheid met Israël in de jeugd
juli 7, 2025
In veel landen is jongensbesnijdenis een controversieel onderwerp geworden, vooral vanwege de vraag of het een medische noodzaak is of een kwestie van religieuze en culturele vrijheid. In Amerika wordt de ingreep echter vaak als onderdeel van een goede opvoeding beschouwd, wat leidt tot een complexe discussie over de grenzen van de grondrechten van het kind, de vrijheid van godsdienst en de rol van de staat. De bronnen tonen aan dat het debat over jongensbesnijdenis niet alleen beïnvloed wordt door religieuze overtuigingen, maar ook door verschillende gezondheidsargumenten en culturele tradities.
De oorsprong van jongensbesnijdenis in Amerika ligt terug in de vroege jaren van de twintigste eeuw. Volgens bron [5] werd de ingreep op grote schaal geïntroduceerd in de Verenigde Staten als een manier om seksualiteit te beheersen en hygiëne te bevorderen. In die tijd werd besnijdenis gezien als een manier om de penis minder gevoelig te maken en zo masturberen te voorkomen. Dit idee werd in de jaren zestig van de twintigste eeuw herformuleerd, toen seksuele vrijheid begon te stijgen. In plaats van het beheersen van seksualiteit, werd besnijdenis gezien als een hygiënische ingreep, die het risico op bepaalde ziekten kon verminderen.
Bron [5] wijst op het feit dat in Amerika de meeste seculiere en christelijke ouders hun zonen ook besnijden, wat wijst op een culturele en religieuze diversiteit. De World Health Organization (WHO) rapporteerde in 2007 dat 75 procent van de Amerikaanse jongens (met de leeftijd van 15 jaar) besneden zou zijn vanuit niet-religieuze overwegingen. Dit duidt erop dat de ingreep niet alleen beperkt is tot religieuze groepen, maar ook een culturele norm is geworden in veel gezinnen.
Het medische standpunt over jongensbesnijdenis is verdeeld. De American Academy of Pediatrics (AAP) stelt in een beleidsverklaring van 2012 dat de voordelen van besnijdenis bij pasgeboren jongens opwegen tegen de risico’s. Dit standpunt wordt in de bron [5] genoemd. Tijdens de besprekingen over de medische voor- en nadelen van de ingreep, stelt de AAP dat er sprake is van een evenwicht tussen de voordelen van hygiëne en het verminderen van risico’s op bepaalde ziekten, en de risico’s van complicaties.
Aan de andere kant staat de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst), die in bron [5] wordt genoemd, in beginsel tegen jongensbesnijdenis. De KNMG vreest dat een wettelijk verbod leidt tot illegale besnijdenissen, zonder toezicht. De organisatie benadrukt dat de ingreep risico’s met zich meebrengt, waaronder bloedingen, infecties, en psychische problemen. Het standpunt van de KNMG is dat de ingreep niet noodzakelijk is, en dat er betere manieren zijn om de gezondheid van jongens te waarborgen.
Bron [5] bevat ook het standpunt van Stella van de Wetering, verbonden aan het Centrum voor Islamitische Theologie aan de Vrije Universiteit. Zij zet haar vraagtekens bij de medische bezwaren tegen jongensbesnijdenis. Volgens haar is het belangrijk dat de ingreep op een medisch verantwoorde manier wordt uitgevoerd, maar ze vindt dat de ingreep niet zoveel kwaad doet. Ze onderzoekt de medische literatuur en vindt geen bewijs dat besnijdenis slecht is. Van de Wetering vergelijkt de ingreep met het scheren van okselhaar, en zegt dat veel mensen het fijn vinden als dit haar niet in de weg zit.
In Amerika is jongensbesnijdenis niet alleen een medische kwestie, maar ook een religieuze en culturele traditie. Bron [5] wijst op het feit dat de ingreep voorkomt onder moslims en joden, maar ook bij seculiere en christelijke ouders. In de VS wordt de ingreep vaak gezien als onderdeel van de opvoeding, wat leidt tot een complexe discussie over de grenzen van de grondrechten van het kind, de vrijheid van godsdienst en de rol van de staat.
Bron [5] bevat ook het standpunt van Ruard Ganzevoort, hoogleraar ‘praktische theologie’ aan de Vrije Universiteit. Hij stelt dat jongensbesnijdenis in Amerika veel gepropageerd wordt, en dat het een genormaliseerde ingreep is. Hij benadrukt dat verschillende attitudes ten opzichte van seksualiteit een rol spelen, en dat Amerikanen vaak een negatiever beeld hebben over seksualiteit dan dat in Europa. Hij zegt dat het in veel gevallen past bij een goede opvoeding, en dat er vaak medische argumenten bij worden gehaald. Echter, er is geen eenduidig universeel medisch standpunt over jongensbesnijdenis.
De grondrechten van het kind staan centraal in het debat over jongensbesnijdenis. In bron [4] wordt duidelijk dat het belang van het kind voorop moet staan, en dat de vrijheid van de een niet mag ten koste gaan van de vrijheid van de ander. De bron wijst op het VN-verdrag over de Rechten van het Kind, waarin het belang van het kind expliciet genoemd wordt. Daarnaast wordt er in de bron op gewezen dat rechters al meerdere keren hebben geoordeeld dat het bij besnijdenis gaat om een onherstelbare fysieke ingreep, zonder medische noodzaak, die niet in het belang van het kind is.
Bron [1] bevat ook het standpunt van Cliteur, die het argument aanvoert dat de godsdienstvrijheid van het kind belangrijker is dan die van de ouders. Cliteur stelt dat het kind moet kunnen kiezen wanneer het in staat is de gevolgen goed te overzien. Dit standpunt wordt in de bron genoemd, en benadrukt dat de grondrechten van het kind niet mogen worden genegeerd.
De discussie over het verbannen van jongensbesnijdenis is in veel landen op de proppen gekomen. In bron [2] wordt het voorbeeld van San Francisco genoemd, waarin bewoners in het najaar in referendum mogen uitspreken over het verbannen van besnijdenissen bij minderjarigen. De tegenstanders willen een verbod op besnijdenissen bij minderjarigen, en willen dat het strafbaar wordt gemaakt om een minderjarige te besnijden. De voorgestelde straf is een boete van duizend dollar en maximaal een jaar gevangenisstraf.
In bron [6] wordt het voorbeeld van Duitsland genoemd, waarin de regering van de deelstaat Berlijn een bepaling aanneemt om jongensbesnijdenissen onder toezicht te vergemakkelijken, na een eerder gerechtelijk verbod op jongensbesnijdenissen dat was uitgevaardigd door rechters in Keulen. De Bondsdag bereidt nu een wet voor waarin de besnijdenissen officieel worden gelegaliseerd, en wil voorkomen dat regionale Duitse rechters de ingreep opnieuw verbannen.
De discussie over jongensbesnijdenis in Amerika is complex en omvat zowel religieuze als culturele aspecten, maar ook medische en grondrechten. De bronnen tonen aan dat het debat over jongensbesnijdenis niet alleen beïnvloed wordt door religieuze overtuigingen, maar ook door verschillende gezondheidsargumenten en culturele tradities. De ingreep wordt vaak gezien als onderdeel van een goede opvoeding, wat leidt tot een complexe discussie over de grenzen van de grondrechten van het kind, de vrijheid van godsdienst en de rol van de staat. Het is belangrijk om de belangen van het kind te laten overwegen, en de toekomstige maatregelen moeten gericht zijn op de bescherming van het lichaam en de rechten van het kind.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet