Onderwijs en verbondenheid met Israël in de jeugd
juli 7, 2025
De opleiding Leraar Maatschappijleer aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) is een brede en praktijkgerichte opleiding die gericht is op het opbouwen van kennis, vaardigheden en professionele ontwikkeling van toekomstige docenten. De opleiding is gericht op het begeleiden van leerlingen in hun ontwikkeling en het versterken van hun begrip van de maatschappelijke context. De HvA biedt zowel deeltijd- als voltijdopleidingen aan, met een focus op de combinatie van theorie en praktijk. In dit artikel wordt de inhoud, structuur, en de kernwaarden van de opleiding uitgebreid besproken, gebaseerd op de informatie uit de bronnen.
De opleiding Leraar Maatschappijleer duurt vier jaar en is opgebouwd uit drie kernpijlers: vakkennis en vakdidactiek, werkplekleren, en de persoonlijk-professionele ontwikkelingslijn. Deze drie pijlers lopen doorheen alle jaren van de opleiding en vormen de basis voor de professionele opvoeding van studenten.
In het eerste jaar wordt aandacht besteed aan de basisvakken van sociale wetenschappen, waaronder Inleiding Sociologie, Inleiding Politicologie, en Pluriformiteit en Media. Deze vakken helpen studenten om thema’s zoals democratie, ethiek, burgerschapsvorming, en maatschappelijke problemen te analyseren. In de hoofdfase, dat wil zeggen de jaren twee, drie en vier, verdiepen studenten zich verder in de vakdidactiek en leren ze de lessen te ontwerpen en te geven. Tijdens de laatste fase van de opleiding is de inhoud van de vakken ingekleurd door de keuze van de afstudeerrichting. Daarnaast is er ruimte voor vakdidactische ontwikkeling. Het behalen van de landelijke kennistoets aan het eind van de opleiding is een voorwaarde voor het verkrijgen van het diploma.
Een van de belangrijkste onderdelen van de opleiding is het werkplekleren. Vanaf het tweede semester van het eerste jaar lopen studenten stage op een van de opleidingsscholen. Hierbij observeren ze docenten en verzorgen ze al een aantal (delen van) lessen. Deze combinatie van werken en leren wordt “werkplekleren” genoemd. In de hogere jaren geven studenten het hele jaar les tijdens het werkplekleren, onder begeleiding en toezicht van een ervaren docent. In het laatste studiejaar staan studenten tijdens hun LiO-stage (Leraar in Opleiding) zelfstandig voor de klas.
Deze stageperiodes zijn essentieel om de theorie toe te passen in de praktijk. Studenten leren hiermee omgaan met de diverse leerlingen en het werken in een grote stad als Amsterdam. Ze leren ook omgaan met verschillende culturele en maatschappelijke contexten. De opleiding benadrukt het belang van multiculturaliteit en diversiteit binnen de beroepspraktijk.
De opleiding streeft ernaar studenten op te leiden met een brede blik op onderwijs en opvoeding. Studenten worden voorbereid op leraarschap in een grootstedelijke, diverse en internationale omgeving. De opleiding werkt met een onderwijsconcept waarin studenten leren aan de hand van realistische vraagstukken en problemen uit hun eigen onderwijspraktijk. Theorie en praktijk worden daar steeds met elkaar in verbinding gebracht. Het leerproces wordt gezien als een cyclisch proces, en werkt daarom met een concentrisch curriculum. Studenten hebben daarbij deels ook de regie over hun eigen leerproces en -traject.
In de professionele ontwikkelingslijn richt de opleiding zich op didactische, onderwijskundige en pedagogische kennis. Studenten houden zich bezig met adolescense psychologie en leerlingbegeleiding. De theorie over didactiek (zowel algemene als vakdidactiek) en pedagogiek leren ze direct toe te passen tijdens hun stage. Tegelijkertijd werkt de opleiding aan de persoonlijke ontwikkeling en professionalisering als leraar. Studenten leren ook om te werken met andere professionals en instellingen in de omgeving van het kind en op de school.
De afstudeerfase bestaat uit een LiO-stage (Leraar in Opleiding) en een praktijkonderzoek. Het behalen van de landelijke kennistoets is een voorwaarde om te kunnen afstuderen. Tijdens de LiO-stage staat de student zelfstandig voor de klas. Hierbij werkt hij of zij onder begeleiding van een ervaren docent. Tijdens de afstudeerfase wordt ook een praktijkonderzoek gedaan, waarin de student zijn of haar kennis en vaardigheden toepast in een realistische context.
De opleiding biedt ook de mogelijkheid om de studie te versnellen, afhankelijk van eerder gevolgde opleidingen en werkervaring. Studenten kunnen ook kiezen voor een minor, een studieonderdeel van 30 studiepunten. Met de minor kunnen studenten hun studie verdiepen of verbreden. Ze kunnen de ruimte bijvoorbeeld gebruiken om zich te oriënteren op het behalen van een tweede lesbevoegdheid in een ander schoolvak.
De opleiding is toegankelijk voor studenten met een HAVO-, VWO- of MBO-4 diploma. De opleiding is gericht op studenten die geïnteresseerd zijn in sociale en politieke vraagstukken en die deze kennis willen overbrengen op jongeren. De opleiding biedt een breed aanbod aan opleidingen, waaronder bachelor- en masteropleidingen en nascholingstrajecten.
Studenten die een functiebeperking hebben, kunnen terecht bij de contactpersoon van hun opleiding. Voorzieningen kunnen worden aangevraagd bij de studentendecaan. Ook is er een bindend studieadvies (BSA) voor studenten die een opleiding tot tweedegraadsleraar of de Ad Educatief Professional Beroepsonderwijs volgen. Studenten moeten in het eerste studiejaar minimaal 45 studiepunten halen om door te mogen gaan met de opleiding. Haalt een student niet dit minimale aantal studiepunten, dan ontvangt hij of zij een afwijzend bindend studieadvies (BSA).
De faculteit Onderwijs en Opvoeding van de HvA werkt nauw samen met de praktijk. De opleiding benadrukt het belang van samenwerking met andere professionals en instellingen in de omgeving van het kind en op de school. Studenten leren om te werken met anderen en om te communiceren in een multidisciplinair team.
De opleiding streeft ernaar om studenten te laten werken in een grootstedelijke, diverse en internationale omgeving. De opleiding bereidt studenten voor op het werken in een omgeving waarin de leerlingen een breed scala aan culturele en maatschappelijke contexten meemaken. De opleiding benadrukt het belang van multiculturaliteit en diversiteit binnen de beroepspraktijk.
De faculteit Onderwijs en Opvoeding voert onderzoek uit op het gebied van leren en opgroeien in de grote stad. Het onderzoek richt zich op het oplossen van maatschappelijke uitdagingen waar kinderen en jongeren mee geconfronteerd worden. De opleiding werkt samen met verschillende partners, waaronder het Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken (LEMM), het Onderwijscentrum VU, en IPABO Amsterdam/Alkmaar. De opleiding streeft ernaar om bij te dragen aan de maatschappelijke ontwikkelingen en de vernieuwing van de onderwijskundige en pedagogische beroepspraktijk.
De opleiding heeft ook een kenniscentrum, het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding, dat praktijkgericht onderzoek op wetenschappelijke basis doet. De onderzoeks- en (onderwijs)programma’s dragen bij aan de maatschappelijke ontwikkelingen en verbetering van de onderwijskundige en pedagogische beroepspraktijk.
De opleiding Leraar Maatschappijleer aan de Hogeschool van Amsterdam is een brede, praktijkgerichte opleiding die gericht is op het opbouwen van kennis, vaardigheden en professionele ontwikkeling van toekomstige docenten. De opleiding is gericht op het begeleiden van leerlingen in hun ontwikkeling en het versterken van hun begrip van de maatschappelijke context. De HvA biedt zowel deeltijd- als voltijdopleidingen aan, met een focus op de combinatie van theorie en praktijk. De opleiding benadrukt het belang van multiculturaliteit en diversiteit binnen de beroepspraktijk. De opleiding streeft ernaar studenten te laten werken in een grootstedelijke, diverse en internationale omgeving. De opleiding benadrukt het belang van samenwerking met andere professionals en instellingen in de omgeving van het kind en op de school.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet