Hulp bij opvoeding in Utrecht: Biedt jeugdhulp en opvoedingsondersteuning de juiste ondersteuning?
juli 6, 2025
In de les lichamelijke opvoeding (LO) is het belangrijk dat leerlingen zich gemotiveerd en betrokken voelen. Motivatie speelt een cruciale rol in het leren en het ontwikkelen van bewegingsvaardigheden. In dit artikel worden de belangrijkste strategieën en inzichten besproken die helpen om leerlingen in de les LO te motiveren. De informatie is gebaseerd op de bronnen die zijn opgesomd aan het eind van dit artikel.
Motivatie van leerlingen in de lichamelijke opvoeding is een essentieel onderdeel van een effectief onderwijs. In de praktijk blijkt dat leerlingen in de basisschool vaak enthousiast zijn voor de gymlessen, terwijl dit in het voortgezet onderwijs minder vaak het geval is. Het verschil in motivatie tussen leerlingen kan groot zijn, en het is daarom belangrijk dat leerkrachten dit in de gaten houden. Door motiverende strategieën toe te passen, kunnen leerkrachten ervoor zorgen dat leerlingen zich beter kunnen ontwikkelen en plezier hebben aan bewegen.
Een goede leerkracht speelt een cruciale rol in het motiveren van leerlingen. De leerkracht moet een omgeving creëren waarin leerlingen zich autonomie, competentie en verbondenheid kunnen ontwikkelen. Dit zijn de drie kernbehoeften van de zelfdeterminatie-theorie (ZDT), die een belangrijke rol spelen in het ontwikkelen van intrinsieke motivatie.
Autonomie is essentieel voor intrinsieke motivatie. Leerkrachten moeten leerlingen de kans geven om keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Door leerlingen te laten meedenken bij de lesopzet en hen keuzes te bieden, kunnen ze zich beter betrokken voelen bij hun eigen leerontwikkeling.
Een ander belangrijk aspect is de competentie. Leerlingen moeten zich kunnen ontwikkelen op hun eigen niveau. Door hen duidelijke verwachtingen te geven en hen te ondersteunen bij het bereiken van hun doelen, kunnen ze zich als competent en betrokken voelen. Op groei gerichte feedback is daarbij van groot belang. Door leerlingen te laten weten wat ze goed doen en waar ze aan kunnen werken, kunnen ze hun eigen ontwikkeling beter in de gaten houden.
De derde kernbehoeft is de sociale verbondenheid. Leerlingen moeten zich veilig en ondersteund voelen in de les. Door een positief klimaat te creëren, waarin leerlingen elkaar ondersteunend en respectvol omgaan, kan de motivatie van leerlingen worden verhoogd.
Bewegingsonderwijs moet zowel gezond als plezierig zijn. In de praktijk blijkt het bewegingsonderwijs meestal niet heel intensief, en leerlingen bewegen minder dan 50% van de lestijd tenminste matig intensief. Om dit te verbeteren, is het belangrijk om het aantal lessen bewegingsonderwijs per week te verhogen. Dit hoeft niet ten koste te vallen van de resultaten op andere vakken. Is het onmogelijk om meer bewegingsonderwijs te geven? Dan is het beter om intensievere beweegactiviteiten te kiezen en tijdrovende lesorganisaties te beperken.
Afwisseling is essentieel voor een motiverend lesgevoel. Leerlingen voelen zich beter gemotiveerd als ze te maken krijgen met verschillende activiteiten en situaties. Door de les op te bouwen rond een thema, zoals sporten, kunnen leerlingen zich beter kunnen inleven en zich beter kunnen richten op hun ontwikkeling.
Tot slot is het belangrijk om rekening te houden met het verschil in motivatie tussen jongens en meisjes. Meisjes voelen zich gemiddeld genomen minder gemotiveerd en competent tijdens het bewegingsonderwijs. Om dit te verhelpen, is het aan te raden om ritmische activiteiten aan te bieden, die positieve effecten kunnen hebben op hun motivatie en beweegplezier.
De manier waarop leerlingen worden beoordeeld, kan een grote invloed hebben op hun motivatie. Het geven van cijfers kan in sommige gevallen demotiverend zijn, maar het is niet per se zo. In een studie bleek dat leerlingen vaker het gevoel hadden mee te moeten doen in lessen waarin cijfers werden gegeven, terwijl leerlingen in lessen waarin geen cijfer werd gegeven vaker plezier ervaarden en de lessen belangrijk en nuttig vonden. Cijfers geven werkt dus niet per se demotiverend.
Het stellen van doelstellingen en het geven van op groei gerichte feedback werkt bij leerlingen positief op hun gevoel van competentie, autonomie en verbondenheid. Dit is een belangrijk onderdeel van de zelfdeterminatie-theorie. Door leerlingen te helpen hun eigen doelen te stellen en hen te ondersteunen bij het bereiken daarvan, kunnen ze zich beter kunnen ontwikkelen en beter inzicht krijgen in hun eigen niveau.
In het onderzoek van Gwen Weeldenburg is een tool ontwikkeld die de leraar helpt bij het optimaliseren van een motiverend leerklimaat. Deze tool, de TARGET-tool, helpt de leraar bij het verkrijgen van inzicht in de motivatie van leerlingen, en geeft strategieën aan om de motivatie van leerlingen te verhogen. De tool is bedoeld om in de praktijk toegepast te worden en helpt de leraar bij het experimenteren met motiverende strategieën.
Een goede samenwerking met sportverenigingen en buurtsportcoaches kan helpen om sportlidmaatschap onder kinderen te stimuleren. Belangrijk is dat er een zekere frequentie en duur van activiteiten is, zodat leerlingen een succesbeleving hebben en voelen dat ze iets geleerd hebben. Ook is het belangrijk om een gestructureerd aanbod te hebben en een doorlopende leerlijn van school naar de sportvereniging.
Motiveren van leerlingen in de les lichamelijke opvoeding vereist een combinatie van strategieën en inzichten. Door een omgeving te creëren waarin leerlingen zich autonomie, competentie en verbondenheid kunnen ontwikkelen, kunnen leerkrachten de motivatie van leerlingen verhogen. Daarnaast is het belangrijk om afwisseling en variatie in de les op te nemen, en rekening te houden met het verschil in motivatie tussen jongens en meisjes. Door de TARGET-tool en samenwerking met sportverenigingen kan de motivatie van leerlingen nog verder worden verhoogd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet