Humanitas en de rol van opvoeding in de hulpverlening
juli 6, 2025
Lichamelijke opvoeding is een vorm van onderwijs die gericht is op het stimuleren van lichamelijke beweging en gezondheid bij kinderen. De geschiedenis van lichamelijke opvoeding is lang en complex, en heeft zich ontwikkeld vanuit verschillende culturele, filosofische en wetenschappelijke tradities. In dit artikel wordt de oorsprong, de ontwikkeling en de betekenis van lichamelijke opvoeding besproken, gebaseerd op de informatie uit de bronnen.
De wortels van lichamelijke opvoeding liggen dieper in de geschiedenis dan men vaak denkt. In de Steentijd, zo’n 2,3 miljoen jaar geleden, leefden mensen een fysiek intensief leven waarin overleven centraal stond. Jagen en verzamelen waren dagelijkse kost: lange afstanden afleggen om planten te verzamelen en de kracht en het uithoudingsvermogen om op dieren te jagen, waren essentieel. Ook klommen ze regelmatig in bomen of over ruig terrein om voedsel te vinden of roofdieren te ontwijken, wat hun behendigheid en kracht versterkte. Daarnaast kostte het bouwen van onderkomens en het maken van gereedschappen veel fysieke arbeid. Deze levensstijl zorgde ervoor dat mensen van nature fit en gespierd waren.
Met de overgang naar de landbouw, zo’n 10.000 jaar geleden, veranderde dit drastisch. De mens kreeg een rustiger en minder fysiek actief bestaan, wat leidde tot een afname van de fysieke activiteit. Dit had gevolgen voor de gezondheid, en leidde ertoe dat er opnieuw aandacht moest komen voor lichamelijke activiteit.
In de oudheid speelde lichamelijke opvoeding een cruciale rol in het onderwijs en de maatschappelijke opvoeding. In de klassieke oudheid, zoals in Griekenland en Rome, was lichamelijke opvoeding een onmisbaar onderdeel van het onderwijs. De Grieken geloofden in het concept van een gezonde geest in een gezond lichaam. Ze stelden scholen in waar fysieke oefeningen deel uitmaakten van het lesprogramma. De mens werd gezien als een geheel, waarbij lichamelijke, intellectuele en morele ontwikkeling hand in hand gingen.
In de Renaissance, ook wel bekend als de “Wedergeboorte,” luidde een tijdperk in waarin de mens opnieuw centraal stond. Deze periode bracht een hernieuwde waardering voor de klassieke oudheid en legde de nadruk op het ontwikkelen van het volledige menselijke potentieel – intellectueel, moreel én fysiek. Lichamelijke opvoeding werd een essentieel onderdeel van dit ideaal en weerspiegelde het Griekse concept van een gezonde geest in een gezond lichaam. Renaissance-humanisten geloofden in het creëren van de “homo universalis” – een veelzijdig individu. Dit betekende dat intellectuele en morele ontwikkeling hand in hand moesten gaan met fysieke fitheid. Scholing werd daarom aangevuld met activiteiten, zoals schermen, boogschieten, dansen en andere sporten. Deze fysieke training was bedoeld om mensen zowel voor te bereiden op het burgerleven als op persoonlijke gezondheid en welzijn.
De 19e eeuw markeerde een cruciale periode voor de ontwikkeling van lichamelijke opvoeding en fitness. Dankzij de inspanningen van vooruitstrevende hervormers kreeg fysieke fitheid een vaste plaats in het onderwijs en de samenleving. De gymnastiekbeweging, een vorm van lichamelijke opvoeding, werd in veel landen geïntroduceerd. Onderwijsvernieuwers, zoals Friedrich Ludwig Jahn in Duitsland en Per Henrik Ling in Zweden, speelden een sleutelrol in het bevorderen van lichamelijke opvoeding via gestructureerde gymnastiek en wetenschappelijk onderbouwde oefensystemen.
In Nederland werd lichamelijke opvoeding vooral in de tweede helft van de 20e eeuw een belangrijk onderdeel van het onderwijs. De overheid stond actief in het bevorderen van lichamelijke activiteit en gezondheid. In de jaren zeventig van de 20e eeuw werd er voor het eerst aandacht besteed aan sport als middel voor het stimuleren van fitheid in de bevolking. Er verschenen 'trimbanen' en de campagne 'Trim je Fit' leidde tot een opkomst van de fitnesscultuur.
In de moderne tijd is lichamelijke opvoeding een essentieel onderdeel van het onderwijs geworden. Het doel is om kinderen te leren omgaan met hun lichaam, gezondheid en beweging. Lichamelijke opvoeding omvat verschillende vormen van beweging, waaronder spelen, gymnastiek en sport. Deze vormen van beweging worden gebruikt om de lichamelijke ontwikkeling van kinderen te stimuleren en te ondersteunen.
De meeste bronnen suggereren dat lichamelijke opvoeding een sleutelpositie inneemt op school als het gaat om het stimuleren van bewegen. Hoewel er nog niet voldoende bewijs is om met absolute zekerheid te kunnen zeggen dat de les LO een substantiële bijdrage kan leveren aan de gezondheid van kinderen, is het wel duidelijk dat lichamelijke opvoeding een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van kinderen.
Lichamelijke opvoeding kan op directe of indirecte wijze een rol spelen. Direct wil zeggen dat de gymles zelf in kwantitatief opzicht bijdraagt aan de hoeveelheid beweging. In Nederland levert een gymles gemiddeld ongeveer 20 minuten matig-tot-intensieve fysieke activiteit, welke meetelt voor de 'beweegnorm'. Indirect wil zeggen dat de lichamelijke opvoeding leerlingen stimuleert en motiveert om meer te bewegen buiten school. Helaas zijn er voor dit effect op buitenschools bewegen nauwkeurige bewijzen uit wetenschappelijk onderzoek.
Er zijn enkele studies die een bescheiden positief effect suggereren van meer gymlessen op specifieke gezondheidsparameters. Er wordt verondersteld dat de meeste gezondheidswinst valt te behalen door de school in zijn geheel in te richten als een gezonde omgeving, met naast bewegen ook aandacht voor bijvoorbeeld voeding en verslaving.
Lichamelijke opvoeding is een verzamelnaam; het is een methode, een stelsel dat beroep doet op verschillende onderling zeer uiteenloopende bewegingsvormen. Lichamelijke opvoeding omvat al de hulpmiddelen van den modernen lichaamspedagoog: spelen, opvoedkundige gymnastiek en sport. Deze drie bestanddelen zijn de onmisbare steunpilaren; valt er één weg, dan is de methode niet meer volledig.
Het spel is de meest natuurlijke vorm van lichamelijke opvoeding. Hier is systematiseering en analyse ver te zoeken; de spiergroepen worden niet in een bepaalde volgorde bewerkt zoals in de gymnastiek. De prestatie wordt niet ten top gedreven zoals in de sport. Men laat de spelenden spontaan uiting geven aan hun bewegingslust; al worden er bepaalde regels opgesteld en zekere beperkingen aangebracht, toch blijft alles los, vrij en ongedwongen. Eerst in het spel ontploft de mensch zijn persoonlijkheid; hier leeft hij zijn natuurlijken levensdrang uit.
De gymnastiek is een stelsel dat zich aanpast aan de lichaamsoefeningen. Het is een methode, een stelsel dat beroep doet op verschillende onderling zeer uiteenloopende bewegingsvormen. De gymnastiek, zoo opgevat, komt tot volle ontploiing onder het impuls van de Zweedsche school, met aan het hoofd Pehr Henrik Ling. Hier krijgt de gezondheid de bovenhand; gezondheid is het eerste doel en daarvoor moeten schoonheid, hoedanigheid en praestatie wijken.
De sport is een vorm van lichamelijke opvoeding; ditmaal echter staat het element strijd op het voorplan. Naargelang men nu strijd levert tegen bepaalde medekampers of tegen zichzelf, spreekt men van competitie of van topprestatie. Deze prestatie wordt dan bijna altijd nauwkeurig gemeten en in cijfers omgezet. Het komt er op aan een aantal punten te behalen ofwel op een minimum tijd een vastgestelde opgave uit te voeren.
Lichamelijke opvoeding is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Het stimuleert niet alleen hun lichamelijke vaardigheden, maar ook hun mentale en emotionele ontwikkeling. Het helpt kinderen om zich beter te verstaan en te leren omgaan met hun lichaam en gezondheid.
In de bronnen wordt ook opgemerkt dat lichamelijke opvoeding een sleutelpositie inneemt op school als het gaat om het stimuleren van bewegen. Iedereen is het er echter wel over eens dat de lichamelijke opvoeding een sleutelpositie inneemt op school als het gaat om het stimuleren van bewegen.
De geschiedenis van lichamelijke opvoeding is lang en complex, en heeft zich ontwikkeld vanuit verschillende culturele, filosofische en wetenschappelijke tradities. In de moderne tijd is lichamelijke opvoeding een essentieel onderdeel van het onderwijs geworden. Het doel is om kinderen te leren omgaan met hun lichaam, gezondheid en beweging. Lichamelijke opvoeding omvat verschillende vormen van beweging, waaronder spelen, gymnastiek en sport. Deze vormen van beweging worden gebruikt om de lichamelijke ontwikkeling van kinderen te stimuleren en te ondersteunen. De bronnen suggereren dat lichamelijke opvoeding een sleutelpositie inneemt op school als het gaat om het stimuleren van bewegen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet