Hulp bij opvoeding en jeugdzorg: Een overzicht van beschikbare hulp en ondersteuning
juli 6, 2025
In de 17e-eeuwse filosofie speelt Thomas Hobbes een centrale rol in het begrijpen van de menselijke natuur en de invloed van opvoeding. Hobbes, een Engelse filosoof en politieke denker, stelt dat de menselijke aard op zichzelf genomen een constante staat van oorlog is. Deze visie, die hij uiteenzet in zijn werk Leviathan, heeft grote invloed gehad op het denken over opvoeding en de rol van de ouder of opvoeder. In dit artikel worden de visie van Hobbes op de menselijke natuur, de rol van opvoeding en de invloed van autoriteiten op de ontwikkeling van kinderen besproken, op basis van de beschikbare bronnen.
Hobbes beschouwt de menselijke natuur als een constante staat van oorlog. In Leviathan stelt hij dat mensen in de natuurtoestand – de toestand zonder overkoepelende macht – voortdurend met elkaar in strijd zijn. Dit komt doordat mensen elkaar zien als concurrenten om de beperkte middelen die beschikbaar zijn. De mens is volgens Hobbes dus niet per se onschuldig, maar eerder een wezen dat zich bewust houdt van zijn eigen overleving en voordelen zoekt. Deze visie beïnvloedde het denken over opvoeding en de rol van de ouder.
Hobbes zegt dat de menselijke geest vorm krijgt door alle indrukken die hij tijdens zijn leven opdoet. In een bepaalde zin is het kind een leeg blad, zoals John Locke later zou formuleren. De invloed van de opvoeder is daarom cruciaal, omdat deze de eerste indrukken en ervaringen bepaalt. Een kind dat vroeg in zijn leven negatieve ervaringen meemaakt, kan later moeilijk vertrouwen op anderen of zich passief gedragen. Daarom stelt Hobbes dat de opvoeding van kinderen van fundamenteel belang is voor de vorming van hun persoonlijkheid.
Volgens Hobbes zijn autoriteiten, zoals vaders of leraren, van grote invloed op de ontwikkeling van jongeren. In zijn werk De cive en Leviathan benadrukt Hobbes dat de menselijke aanleg beïnvloed wordt door de voorbeelden die anderen geven. Als deze voorbeelden goed zijn, dan vormt dit de aanleg van jongeren. Daarom moeten vaders en leraren zichzelf goed gedragen, omdat jongeren zich eerder aanpassen aan een slecht voorbeeld dan aan een juist voorschrift. Dit betekent dat opvoeding niet alleen gericht is op het geven van kennis, maar ook op het voortekenen van gedrag.
In een briefwisseling met een vriend zette John Locke zijn ideeën over opvoeding uiteen. Locke verwierp het idee dat mensen met aangeboren kennis ter wereld komen. In plaats daarvan ziet hij elke baby als een onbeschreven blad, een ‘tabula rasa’. Dit denkbeeld heeft ook invloed gehad op de visie van Hobbes, die stelt dat de menselijke geest vorm krijgt door ervaringen. Daarom is het belangrijk dat kinderen vroeg in hun leven positieve ervaringen opdoen, zodat ze later in staat zijn om zich te richten op het vinden van vrede en veiligheid.
Hobbes ziet religie als een vorm van aanbidding van God, die door de mens wordt gegeven. Volgens hem is de mens verplicht om de wetten van de staat te volgen, omdat deze zijn veiligheid en overleving garanderen. Dit betekent dat religie niet los kan staan van de wetten van de staat. Hobbes zegt dat religie bestaat uit twee componenten: geloof en aanbidding. Het geloof dat God bestaat, is belangrijk, maar ook het aanbidding van God is nodig. In de opvoeding moet dus ook aandacht zijn voor morele waarden, aangezien deze een rol spelen in het vormen van een menselijke persoonlijkheid.
Hobbes stelt dat de menselijke natuur niet per se goed of slecht is, maar dat het gedrag van de mens bepaald wordt door de omstandigheden. Dit betekent dat de opvoeding van kinderen gericht moet zijn op het ontwikkelen van goede gewoontes en waarden. Volgens Hobbes zijn manieren – zoals het zich houden aan de geboden van God – belangrijk voor de vorming van een mens. Deze manieren moeten door de opvoeder worden gegeven, zodat het kind later in staat is om zich te richten op het vinden van vrede en veiligheid.
In zijn werk Leviathan stelt Hobbes dat de mens in de natuurtoestand een constante staat van oorlog is. Om dit te beheersen, moet er een overheid komen die de macht heeft om wetten te maken en af te dwingen. Deze overheid heeft het recht om te regeren en de macht om te regeren vanwege de toestemming van de mensen. De mensen geven hiervoor toestemming omdat zij in ruil voor het nakomen van de wet hun veiligheid krijgen.
Deze visie heeft ook invloed gehad op het denken over de rol van de staat in de opvoeding. Volgens Hobbes moet de staat zorgen voor orde en veiligheid, zodat kinderen op een veilige manier kunnen opgroeien. De staat heeft dus ook een rol in de opvoeding van kinderen, omdat deze de basis legt voor een stabiele maatschappij. In dit opzicht is de opvoeding van kinderen dus ook een taak van de staat, aangezien deze de grondslag legt voor de toekomstige burgers.
Thomas Hobbes’ visie op de menselijke natuur en de invloed van opvoeding heeft een grote invloed gehad op het denken over opvoeding en de rol van de opvoeder. Volgens Hobbes is de menselijke geest vormgegeven door de ervaringen die hij opdoet. Daarom is de opvoeding van kinderen van fundamenteel belang voor de vorming van hun persoonlijkheid. De rol van autoriteiten, zoals vaders en leraren, is hierbij cruciaal, omdat deze de eerste indrukken en ervaringen bepalen. Ook de invloed van religie en morele opvoeding is belangrijk, aangezien deze een rol spelen in het vormen van een menselijke persoonlijkheid. Ten slotte heeft de visie van Hobbes ook invloed gehad op het denken over de rol van de staat in de opvoeding, aangezien deze de basis legt voor een stabiele maatschappij.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet