Hoogsensitief opvoeden: Talenten ontdekken en versterken
juli 6, 2025
In de wereld van de kinderopvang en jeugdpsychologie is de term "hechting" een veelvoorkomend begrip. Deze emotionele band tussen een kind en zijn of haar opvoeder speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van het kind. Veilige hechting wordt gezien als de basis voor een gezonde ontwikkeling, waarbij kinderen zich veilig en geliefd voelen. In dit artikel worden de kernprincipes van veilige hechting, de invloed op het gedrag en de opvoeding, en de rol van opvoeders besproken, gebaseerd op de beschikbare bronnen.
Hechting is de duurzame affectieve relatie tussen een kind en één of meer opvoeders. Veilig gehechte kinderen zullen in perioden van stress de nabijheid zoeken van personen aan wie zij zijn gehecht. In een onbekende situatie zijn zulke personen de uitvalsbasis waarvandaan zij de omgeving verkennen. Onveilig gehechte kinderen klampen zich vast aan hun verzorger, of gedragen zich juist onverschillig en zelfstandig, ongeacht of de situatie stressvol is of niet. Alle kinderen hebben een gehechtheidsrelatie met hun opvoeders, maar onveilig gehechte kinderen krijgen veel vaker te kampen met leer- of relatieproblemen, zijn lastig aanspreekbaar en ontwikkelen een laag gevoel voor eigenwaarde.
De hechtingstheorie van John Bowlby, ontwikkeld in de jaren 40 en 50 van de 20e eeuw, stelt dat kinderen genetisch 'geprogrammeerd' zijn om zorg te verkrijgen in de periode van kinderlijke hulpeloosheid. Dit doen zij door bijvoorbeeld te huilen of nabijheid van vaste verzorgers te zoeken. Hij concludeerde dat een langdurig afwezige band tussen moeder en kind in de eerste drie levensjaren leidt tot een onomkeerbaar negatief effect op de geestelijke gezondheid van het kind.
Veilige hechting wordt bevorderd door:
Naarmate het kind ouder wordt, is het moeilijker om veilige hechting te bewerkstelligen. Vaak wordt het tiende levensjaar als kritiek jaar genoemd. Het niet-veilig gehecht zijn leidt tot verschillende problemen in het latere leven van kinderen, zoals leerproblemen, een laag gevoel van eigenwaarde en moeite met het aangaan van relaties.
Kinderen van verslaafde ouders of ouders met psychische problemen, kinderen die veel scheidingen hebben meegemaakt, kinderen die vroeg een of beide ouders verloren, en kinderen uit kindertehuizen zijn relatief vaak onveilig gehecht. Daarom komen hechtingsproblemen relatief veel voor bij adoptie- en pleegkinderen; soms zelfs zodanig dat sprake is van een reactieve hechtingsstoornis.
Kinderen die zich veilig gehecht voelen, ontwikkelen meer zelfvertrouwen, veerkracht en sociale vaardigheden. Ze durven de wereld te verkennen, relaties aan te gaan en uitdagingen aan te gaan met een positief zelfbeeld. Veilig gehechte kinderen hebben vaak vertrouwen in zichzelf en in anderen. Op latere leeftijd durven ze zich vaak ook te hechten aan anderen en hebben ze vaak positieve relaties.
Echter, kinderen die niet emotioneel veilig gehecht zijn, maken niet een gezonde puberteit door. Ze hebben geen emotionele ondersteuning en kunnen moeite hebben met het nemen van keuzes. Ze kunnen ook moeilijk omgaan met de invloed van hun vriendengroep. Daardoor kan het zijn dat ze zich niet goed kunnen richten op hun opleidingskeuze en vaak kiezen voor een "brede" opleiding zonder duidelijke richting.
De rol van de opvoeder is cruciaal bij het bevorderen van veilige hechting. Een opvoeder die sensitief is voor de signalen van het kind, respect heeft voor de autonomie van het kind en het kind ondersteunt en structurerend helpt bij het leren, kan bijdragen aan het ontwikkelen van veilige hechting. Video-interactiebegeleiding en daaruit volgende adviezen van pedagogen kunnen opvoeders in veel gevallen de hechtingsrelatie met hun kind bevorderen.
Behandelingen die hechting willen bevorderen door dwang, zoals holdingtherapie en rebirthing, werken niet en kunnen zelfs schadelijk zijn. Ze zijn ook niet in overeenstemming met de hechtingstheorie. Voor de behandeling van een reactieve hechtingsstoornis zijn geen erkende interventies in Nederland.
Hechtingsproblemen kunnen leiden tot leerproblemen, een laag gevoel van eigenwaarde en moeite met het aangaan van relaties. Kinderen met hechtingsproblemen kunnen ook moeite hebben met het opbouwen van een gezonde puberteit. Ze hebben geen emotionele ondersteuning en kunnen moeilijk omgaan met de invloed van hun vriendengroep. Daardoor kan het zijn dat ze zich niet goed kunnen richten op hun opleidingskeuze en vaak kiezen voor een "brede" opleiding zonder duidelijke richting.
Veilige hechting is essentieel voor de gezonde ontwikkeling van kinderen. Het bevordert zelfvertrouwen, veerkracht en sociale vaardigheden. Opvoeders spelen een cruciale rol bij het bevorderen van veilige hechting door sensibiliteit, respect en ondersteuning te bieden. Het is belangrijk om te beseffen dat hechtingsproblemen kunnen leiden tot leer- en relatieproblemen, en dat behandelingen die hechting willen bevorderen door dwang niet effectief zijn. Door de juiste opvoedingsstrategieën toe te passen, kunnen opvoeders bijdragen aan het ontwikkelen van veilige hechting bij hun kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet