Samenwerken aan opvoeding: hoe je met je partner met een andere visie overweg komt
juli 7, 2025
De esthetische opvoeding van de mens, een concept dat vooral in het werk van de Duitse dichter en filosoof Friedrich Schiller centraal staat, richt zich op het versterken van het menselijk potentieel door de combinatie van gevoel, rede en esthetische ervaring. In de bronnen wordt duidelijk gemaakt dat Schiller een unieke visie op de menselijke natuur heeft, waarin hij twee fundamentele instincten onderscheidt: de Stofftrieb (de lichamelijke drang) en de Formtrieb (de rationele en morele drang). Het midden daarvan, de esthetische Spieltrieb, wordt gezien als de sleutel tot een volwaardige menselijke ontwikkeling. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de principes van de esthetische opvoeding, de rol van kunst en schoonheid in de ontwikkeling van kinderen, en hoe deze visie kan worden toegepast in de praktijk van de kinderopvang en onderwijs.
Schiller onderscheidt in zijn werk twee belangrijke krachten die de menselijke psyche bepalen: de Stofftrieb en de Formtrieb. De Stofftrieb is de drang om de wereld te ervaren en het eigen bestaan te voelen. Dit is het zintuiglijke en fysieke deel van de mens. De Formtrieb, daarentegen, is de drang die voortkomt uit onze rationele en morele natuur. Deze kant van de mens streeft naar het onveranderlijke en tijdloze. Beide krachten zijn essentieel voor een volwaardige ontwikkeling van de mens.
De esthetische Spieltrieb is het midden tussen deze twee instincten. Het is de esthetische speldrift, een kracht die beide krachten in evenwicht brengt en in spanning houdt. Schiller ziet hierin een combinatie van rede en gevoel, waarbij de mens volledig is en vrijheid vindt. Deze visie is een aanvulling op de denkwereld van Kant, die ook het lichamelijke en het redelijke in de mens onderscheidt. Maar waarbij Kant de rede in de overhand heeft, zoekt Schiller een evenwicht tussen rede en gevoel. Deze combinatie vindt hij in het spel van schoonheid, waarin de mens zich volledig kan ontwikkelen.
In de bronnen wordt duidelijk gemaakt dat de ervaring van kunst een middel is voor verandering en vooruitgang. Deze ervaring verheft zich boven individuele meningen en de laatste mode. Daarbij kent hij de kunstenaar een hogere roeping toe. De kunstenaar kan de wereld puur en mooi maken. Ook in tijden van decadentie zit de waarheid in de kunst, meent Schiller. De kunstenaar is in zijn ogen geen prediker, maar moet een stille invloed uitoefenen. Hij moet mensen, hun verlangens en hun karakter langzaam veranderen.
In de esthetische opvoeding speelt de contemplatie van schoonheid een centrale rol. Dit is het uiteindelijke doel van de mens: daarin komen de twee instincten samen. De esthetische mens weet dus zijn gevoelsmatige en lichamelijke kant te verbinden met zijn redelijke en vrije kant. De mens moet dus worden opgeleid om zowel lichamelijk als geestelijk te kunnen omgaan met de wereld. Dit vereist een opvoeding die zowel lichamelijke als geestelijke ontwikkeling ondersteunt.
De opvoedingsideaals van het oude Griekenland, met name het concept van paideia, speelt een centrale rol in de visie van Schiller. Paideia betekent opvoeding en is afgeleid van het Griekse woord pais, wat ‘kind’ betekent. De filosoof Socrates (5e eeuw v.Chr.) wordt vaak gezien als de grondlegger van het humanisme. Hij stelde vragen bij allerlei vanzelfsprekendheden en probeerde mensen op die manier aan het denken te zetten. Deze dialogische manier van denken maakt deel uit van de opvoeding tot volledig mens: paideia.
De dood van Socrates door J.L. David (1787) is een beroemd beeld dat deze filosofie symboliseert. Het is een opvoedingsideaal dat gericht is op de vorming tot een volledig mens. Het gaat om kennis van de Griekse cultuur, literatuur en met name om de rhetorica. Deze vorming was alomvattend en had excellentie als doel. In paideia staat kennis centraal, maar het is tegelijkertijd een beschavings- en vormingsideaal gericht op karaktervorming. Begrippen als verfijndheid, innerlijke en uiterlijke beschaving, proportionaliteit (ook van het lichaam) en wellevendheid maken er deel van uit.
De Griekse cultuur had een diepe invloed op de esthetische opvoeding. De oude Grieken vonden onderwijs heel belangrijk. Jongens – en soms ook meisjes – leerden dingen die ze later nodig hadden, zoals rekenen en lezen voor de handel, spreken en schrijven voor de politiek, sport en vechten voor het leger. Godsdienst leerden kinderen van hun ouders. Zij vertelden mythen, oude verhalen over goden en helden. De Grieken hielden ook van muziek en theater. Toneelvoorstellingen waren belangrijk, vooral voor mensen die niet konden lezen. Die konden zo toch nadenken over belangrijke zaken, nieuws horen of bekende mensen bewonderen.
Pericles vond dat alle burgers naar het theater moesten gaan. Daarom liet hij gratis eten en drinken uitdelen bij voorstellingen, zodat meer mensen naar het theater zouden komen. Zo hoopte hij ook dat hij zo meer mensen kon overhalen om in de oorlog tegen Sparta te vechten. Dit toont aan dat het onderwijs in de Griekse stadstaten een brede invloed had op de maatschappelijke structuur en culturele ontwikkeling.
In de praktijk van de kinderopvang en onderwijs moet de esthetische opvoeding worden opgenomen in de dagelijkse activiteiten. Dit betekent dat kinderen worden opgeleid om zowel lichamelijke als geestelijke ervaringen te kunnen verwerken. Dit gebeurt door hen bloot te stellen aan kunst, muziek, theater, en natuurlijke schoonheid. Door deze ervaringen kunnen kinderen leren omgaan met gevoelens, maar ook om hun rede te ontwikkelen.
De esthetische opvoeding is ook gericht op de vorming van karakter. Kinderen moeten leren omgaan met conflicten, ethische dilemma’s en sociaal gedrag. Dit gebeurt door hen te leren nadenken over wat goed en fout is, en hoe ze hun gedrag kunnen aanpassen. Deze vorming is essentieel voor het ontwikkelen van een volwaardig persoonlijkheid.
De esthetische opvoeding heeft ook invloed op de maatschappelijke ontwikkeling. In de bronnen wordt duidelijk gemaakt dat Schiller ziet in de esthetische opvoeding een manier om de mens in balans te brengen. Dit is belangrijk voor de maatschappelijke stabiliteit. Door de mens te leren omgaan met zijn gevoelens en rede, kan hij beter omgaan met de complexiteit van de maatschappij.
In de bronnen wordt ook duidelijk dat de esthetische opvoeding gericht is op de vorming van een volwaardige mens. Dit betekent dat de opvoeding niet alleen gericht is op kennis, maar ook op karakter en morele ontwikkeling. Dit is belangrijk voor de toekomst van de maatschappij.
In de moderne tijd is de esthetische opvoeding nog steeds van toepassing. In de bronnen wordt duidelijk gemaakt dat de fragmentatie van het moderne leven een esthetisch, psychologisch, sociologisch en politiek probleem is. Fantasie wordt niet meer gestimuleerd, smaak raakt versplinterd. Daaruit vloeit in de moderne mens een spanning voort tussen de publieke en de privépersoon.
Schiller ziet de opvoeding van de mens als een manier om dit te beheersen. De esthetische opvoeding helpt de mens om in balans te blijven en zich te ontwikkelen. Dit is belangrijk voor de moderne maatschappij, waarin de mens steeds vaker wordt geconfronteerd met complexe situaties.
De esthetische opvoeding van de mens, zoals voorgesteld door Friedrich Schiller, is een belangrijk concept voor de ontwikkeling van kinderen. Het combineert lichaam en geest, en zorgt voor een evenwicht tussen rede en gevoel. De opvoeding van de mens moet gericht zijn op de vorming van een volwaardige persoonlijkheid, waarin karakter, morele ontwikkeling en esthetische ervaring centraal staan. In de moderne tijd is deze visie nog steeds van toepassing, en kan ze worden toegepast in de praktijk van de kinderopvang en onderwijs.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet