Hulp bij het opvoeden van ouders met een verstandelijke beperking
juli 6, 2025
De geschiedenis van de opvoeding in Nederland is een complex en rijk verhaal dat zich over vijf eeuwen uitstrekt. Het boek Vijf eeuwen opvoeden in Nederland van Nelleke Bakker biedt een overzicht van de ontwikkeling van opvoeding, onderwijs, vorming en hulpverlening vanaf ongeveer 1500. In dit artikel worden de belangrijkste stromingen, praktijken en veranderingen in de opvoeding in Nederland besproken, gebaseerd op de bronnen uit de opgegeven sources.
Vanaf de 16e eeuw tot het einde van de 20e eeuw heeft de opvoeding in Nederland verschillende stadia doorlopen. In de Gouden Eeuw, tijdens de Republiek, was de opvoeding gericht op de ziel en de toekomstige bestemming van het kind. De opvoeding was vooral gericht op morele en religieuze waarden. In de 19e eeuw werd het onderwijs steeds meer geregeld en gestandaardiseerd, met name onder het Franse bewind. Tijdens de 20e eeuw ontstond er een nieuwe benadering, waarin de focus verschuifde van straf en discipline naar preventie en ondersteuning.
De 19e eeuw was een periode van grote veranderingen in de opvoeding. In de jaren 1800-1850 werd er gewerkt aan de opbouw van een nationaal onderwijssysteem. De schoolwet van 1806, die onder invloed stond van A. van den Ende, was een belangrijk onderdeel van deze ontwikkeling. In deze periode werd het onderwijs steeds meer gericht op de opvoeding van het kind in het algemeen, in plaats van alleen op religie en moreel gedrag.
In de tweede helft van de 19e eeuw begon de opvoeding zich te veranderen naar een meer mensgerichte benadering. De filantropie, een stroming die uitging van de Verlichting, had een grote invloed op de pedagogiek. De Duitse filosoof Johan Bernhard Basedow stond bekend als de leider van het Filantropinisme. Hij stond bekend om zijn filosofische benadering van het onderwijs, waarin het doel van het onderwijs was om wijsheid, deugd en geluk te bevorderen. Zijn ideeën werden ook in Nederland gevolgd door onder anderen J.H. Nieuwold en Hendrik Wester.
Tijdens de 19e eeuw was de opvoeding in Nederland vooral gericht op het opvoeden van kinderen in een morele en religieuze context. In de jaren 1800-1850 stond de opvoeding vooral in het teken van de godsdienst. De opvoeders zorgden er voor dat kinderen kennis kregen van de Heilige Schrift, maar ook van de morele waarden van de kerk. In de tweede helft van de eeuw begon de opvoeding zich te veranderen, met name door het werk van onderwijzers als Berend Brugsma.
Brugsma was een van de eerste in Nederland die het aanschouwelijk onderwijs een grote impuls gaf. Hij stond bekend als de Nederlandse Pestalozzi. Hij werkte aan de opbouw van het lager onderwijs en introduceerde een reeks platen voor het aanschouwelijk onderwijs. Deze platen werden gebruikt om begrippen zoals lichaamshoudingen en bewegingen duidelijk te maken. De platen van Brugsma waren een belangrijk onderdeel van de opvoeding in de 19e eeuw.
In de 19e eeuw was de opvoeder de centrale figuur in het onderwijs. De opvoeder had het initiatief om het onderwijs te bepalen en te beheersen. In de jaren 1800-1850 was het onderwijs vooral gericht op de opvoeding van kinderen in een morele en religieuze context. De opvoeder had het initiatief om het onderwijs te bepalen en te beheersen. In de tweede helft van de eeuw begon de opvoeder zich meer te richten op de persoonlijke ontwikkeling van het kind.
In de 20e eeuw veranderde de opvoeding in Nederland opnieuw. De focus lag nu op preventie, in plaats van op straf en discipline. In de jaren 1900-1950 werd er gewerkt aan de opbouw van een nieuw onderwijsstelsel dat rekening hield met de behoeften van het kind. De opvoeders zorgden er voor dat kinderen kennis kregen van de wereld om hen heen, maar ook van hun eigen gedrag en gedachten.
In de jaren 1950-1970 begon de opvoeding zich te veranderen naar een meer open en flexibel systeem. De opvoeders zorgden er voor dat kinderen kennis kregen van de wereld om hen heen, maar ook van hun eigen gedrag en gedachten. In de jaren 1970-1990 werd er gewerkt aan de opbouw van een nieuw onderwijsstelsel dat rekening hield met de behoeften van het kind.
Tegenwoordig is de opvoeding in Nederland gericht op de persoonlijke ontwikkeling van het kind. De opvoeders zorgen er voor dat kinderen kennis kregen van de wereld om hen heen, maar ook van hun eigen gedrag en gedachten. De focus ligt op het bevorderen van de mentale en emotionele ontwikkeling van het kind. De opvoeders zorgen er voor dat kinderen kennis kregen van de wereld om hen heen, maar ook van hun eigen gedrag en gedachten.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet