Zweten tijdens de slaap bij kinderen van 2 jaar: oorzaken, wanneer je je zorgen hoeft te maken en wat je kunt doen
juni 10, 2025
De organisatie van kinderopvang is sterk afhankelijk van regelgeving die de kwaliteit en veiligheid van de opvang moet waarborgen. Een cruciaal aspect van deze regelgeving is de beroepskracht-kindratio (BKR), oftewel de verhouding tussen het aantal pedagogisch medewerkers en het aantal kinderen in een groep. Deze ratio is niet statisch, maar verschilt afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Het doel van de BKR is om te garanderen dat elk kind voldoende aandacht en begeleiding ontvangt in een veilige en stimulerende omgeving. Dit artikel geeft een overzicht van de actuele BKR-richtlijnen in de kinderopvang, met specifieke aandacht voor de recente ontwikkelingen binnen de CAO Kinderopvang.
De wettelijke BKR is vastgelegd om een minimale kwaliteit van zorg te waarborgen. Voor baby’s (0-1 jaar) geldt een ratio van 1 leidster op maximaal 3 kinderen. Voor kinderen van één tot twee jaar is dit 1 leidster op maximaal 5 kinderen. Kinderen van twee tot vier jaar mogen worden opgevangen met een ratio van 1 leidster op 8 kinderen. Voor de leeftijdsgroep van vier tot zes jaar bedraagt de ratio 1 leidster op 10 kinderen, en voor kinderen van zeven jaar en ouder geldt een ratio van 1 leidster op 12 kinderen. Deze ratio’s zijn wettelijk bindend en moeten door alle kinderopvanglocaties worden nageleefd.
Om de personeelsinzet flexibeler te maken, bestaat er de mogelijkheid om tijdelijk af te wijken van de normale BKR. De zogenaamde drie-uursregeling staat toe dat gedurende maximaal drie uur per dag minder pedagogisch medewerkers aanwezig zijn dan de wettelijk voorgeschreven ratio. Dit kan bijvoorbeeld worden ingezet aan het begin en einde van de dag, of tijdens de lunchpauze. De buitenschoolse opvang (BSO) kent een half-uursregeling. Deze flexibiliteit is bedoeld om de continuïteit van de opvang te waarborgen en om de inzet van personeel efficiënter te maken.
Het correct berekenen van de BKR is essentieel voor een goede organisatie van de kinderopvang. De Rijksoverheid stelt rekentools beschikbaar om de benodigde personeelsbezetting te bepalen, rekening houdend met de leeftijd van de kinderen en eventuele uitzonderingen. De complexiteit van de berekening ligt in het meewegen van verschillende leeftijdscategorieën en de aanwezigheid van gemengde groepen. De leeftijd van de kinderen is de belangrijkste factor bij het bepalen van de BKR. Jongere kinderen hebben intensievere zorg en begeleiding nodig, waardoor er een lagere ratio vereist is.
De CAO Kinderopvang reguleert niet alleen de arbeidsvoorwaarden, maar heeft ook indirect invloed op de organisatie van de opvang, waaronder de BKR. De salarisschalen voor pedagogisch medewerkers zijn afhankelijk van ervaring en dienstjaren. Per 1 januari 2025 lopen de salarisschalen van schaal 2 tot en met schaal 22. Een pedagogisch medewerker in schaal 6, trede 15, heeft een bruto maandloon tussen de €2.539 en €3.489 bij een 36-urige werkweek. Per november 2024 stijgt dit naar €2.577 - €3.541, daarbovenop komt nog 8% vakantiegeld. Deze salarisstijgingen zijn een resultaat van de CAO-onderhandelingen.
De CAO Kinderopvang 2025-2026 kent een looptijd van zes maanden, van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2024. De belangrijkste afspraken in deze CAO betreffen een verhoging van de eindejaarsuitkering naar 4 procent, een loonstijging van 1,5 procent per 1 november 2024, een verdubbeling van het aantal uur dat de werkgever inlegt in het levensfasebudget van de medewerker en een tegemoetkoming van €8,- in de premie voor de zorgverzekering voor alle medewerkers.
De rol van de pedagogisch medewerker is cruciaal voor de kwaliteit van de kinderopvang. Zij zijn verantwoordelijk voor de zorg, begeleiding en ontwikkeling van de kinderen. Om dit effectief te kunnen doen, is een goede organisatie van de opvang noodzakelijk, waarbij de BKR een belangrijke rol speelt. Een leidster is verantwoordelijk voor het creëren van een veilige en stimulerende omgeving waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen. Dit vereist aandacht voor de individuele behoeften van elk kind, en een goede samenwerking met collega’s en ouders.
Naast de BKR zijn er andere aspecten die van belang zijn voor de kwaliteit en veiligheid van de kinderopvang. Het is belangrijk om te controleren of de opvanglocatie beschikt over relevante kwaliteitskeurmerken, zoals het Basisvoorziening Kinderopvang (BVK) keurmerk of het Sociaal-Pedagogisch Kwaliteitslabel (SPK). Ook de veiligheidsnormen, zoals brandveiligheid en noodplannen, en de hygiëneprotocollen, zoals regelmatige handhygiëne en schoonmaakroutines, zijn van groot belang.
Bij combinatiegroepen, waarin kinderen van verschillende leeftijden worden opgevangen, gelden specifieke regels voor de BKR. Het is belangrijk om de juiste berekening te maken, waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijdssamenstelling van de groep. Een kind van 4 jaar wordt in deze berekening beschouwd als een kind van 3 tot 4 jaar.
De CAO-onderhandelingen voor de toekomst zijn momenteel aan de gang. De bestuurders van CNV maken samen met de werkgevers nieuwe afspraken. De huidige CAO wordt gezien als een overgangs-cao naar een ‘cao van de toekomst’, met aandacht voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden en een aantal inhoudelijke afspraken die voorbereidingen treffen op een nieuwe CAO.
Hoewel de BKR wettelijk is vastgelegd, zijn er uitzonderingen. De drie-uursregeling staat toe dat gedurende maximaal drie uur per dag minder pedagogisch medewerkers aanwezig zijn dan vereist. Deze regeling wordt vaak toegepast aan de randen van de dag en tijdens de lunchpauze.
De beroepskracht-kindratio is een essentieel instrument voor het waarborgen van de kwaliteit en veiligheid van de kinderopvang. De wettelijke eisen, gecombineerd met de flexibiliteit van de drie-uursregeling, zorgen ervoor dat opvanglocaties een goede balans kunnen vinden tussen de zorgbehoefte van de kinderen en de inzet van personeel. De recente ontwikkelingen binnen de CAO Kinderopvang, met name de salarisstijgingen en de afspraken over arbeidsvoorwaarden, dragen bij aan een aantrekkelijkere werkomgeving voor pedagogisch medewerkers, wat uiteindelijk ten goede komt aan de kwaliteit van de opvang. Een correcte berekening van de BKR, in combinatie met aandacht voor kwaliteitskeurmerken en veiligheidsnormen, is cruciaal voor een optimale ontwikkeling van het kind.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet