Gezinscoach Lochem: Ondersteuning bij opvoeden en gezinsleven
juli 6, 2025
In het midden van de 18e eeuw veranderde de visie op opvoeding en onderwijs op een radicale manier. Jean-Jacques Rousseau, een Franse filosoof, introduceerde met zijn werk Emile, of over de opvoeding een nieuw denkbeeld over hoe kinderen opgevoed moesten worden. Dit boek, dat in 1762 verscheen, had een grote invloed op de pedagogiek en blijft tot op de dag van vandaag een belangrijk referentiepunt in de geschiedenis van het onderwijs. In dit artikel wordt de natuurlijke opvoeding van Rousseau uitgelegd, geanalyseerd en vergeleken met de traditie van de tijd. De kern van zijn visie is dat kinderen op een natuurlijke manier moeten groeien, zonder het zware gewicht van cultuur, normen en traditionele onderwijsmethoden. Dit artikel baseert zich op de bronnen en geeft een overzicht van de belangrijkste ideeën en praktijken die Rousseau in Emile voorstelt.
Rousseau’s visie op opvoeding is gebaseerd op het idee dat kinderen van nature goed zijn en dat hun ontwikkeling in harmonie moet verlopen met de natuur. In zijn boek Emile stelt hij dat kinderen niet opgevoed mogen worden zoals volwassenen, maar dat hun eigen natuurlijke ontwikkeling moet worden gesteund. Dit is een radicale afwijking van de gangbare opvattingen van die tijd, waarin kinderen vaak als kleine volwassenen werden beschouwd en op een strengere manier werden opgevoed.
Rousseau benadruidt dat het kind in de eerste jaren van zijn leven vooral met de natuur in contact moet komen. In plaats van boeken te lezen of regels te leren, moet het kind leren door ervaringen en met zijn lichaam te werken. Volgens hem is het leren van kinderen gebeurtenissen en situaties die spontaan voorkomen, niet door instructie. Dit is de basis van de natuurlijke opvoeding, waarbij de opvoeder alleen begeleidt en het kind zelf de keuzes maakt.
In Emile stelt Rousseau dat de opvoeder niet de leider moet zijn, maar een soort mentor die het kind helpt bij het ontdekken van de wereld. De opvoeder moet het kind niet opdragen wat het moet leren, maar het kind in staat stellen om op eigen kracht te ontdekken. Dit vereist dat de opvoeder zich goed kan verstaan in het gedrag en de behoeften van het kind.
Rousseau benadruidt ook dat het kind geen fysieke straf mag krijgen, omdat het kind zich van geen kwaad bewust is. Hij beschouwt egocentrisme als een natuurlijke eigenschap van jonge kinderen, die pas later ontwikkelt. De opvoeder moet het kind daarom niet bestraffen, maar het helpen om te leren hoe het met anderen om moet gaan.
Rousseau’s ideeën hadden een grote invloed op de opvoeding en het onderwijs van de 18e eeuw. Zijn visie op de natuurlijke opvoeding inspireerde talloze pedagogen en onderwijsdenkers. Zo zijn de ideeën van Rousseau terug te vinden in de werken van Pestalozzi, Montessori, Fröbel, Steiner en andere belangrijke figuren in de geschiedenis van het onderwijs.
In Nederland had Rousseau ook invloed op de opvoedingskwestie. In de jaren rond 1795-1848 werd het onderwijs aangepast aan de nieuwe denkrichtingen. De schoolwet van 1806 bevatte onder andere de eis dat kinderen in een vrije omgeving moesten leren, wat een directe verwijzing is naar de natuurlijke opvoeding. Ook de opvatting dat kinderen eerst moeten worden bestudeerd, voordat ze opgevoed mogen worden, komt overeen met Rousseau’s visie.
Rousseau’s visie is ook een kritiek op de moderne opvoeding. Hij ziet het moderne onderwijs als een vorm van onnatuurlijke ontwikkeling, waarin het kind wordt opgespoord met kennis, regels en beperkingen. Volgens hem leert het kind weinig door instructie en veel meer door ervaring. De natuurlijke opvoeding is daarom de enige manier om het kind op een natuurlijke manier te laten groeien.
In zijn boek Emile zegt Rousseau dat de stad het riool van het mensenras is. Dit is een verwijzing naar de moderne samenleving, waarin het kind wordt opgeslokt door de maatschappelijke normen en waarden. Hij pleit daarom voor een opvoeding die het kind helpt om zich te ontwikkelen in een natuurlijke omgeving, zonder de invloed van de stad en de cultuur.
In de praktijk betekent de natuurlijke opvoeding dat het kind wordt opgevoed in een omgeving waarin het vrij is om te experimenteren en te leren. De opvoeder moet het kind helpen om te leren hoe het met de wereld omgaat, zonder het te beïnvloeden. Dit vereist dat de opvoeder goed kan observeren en het kind in staat stelt om zelfstandig te leren.
Rousseau legt ook uit dat het kind niet moet worden opgespoord met kennis, maar dat het moet leren door ervaringen. Bijvoorbeeld door het kind te laten ontdekken hoe navigeren werkt, in plaats van het kind instructies te geven over het gebruik van een kompas. Dit is een voorbeeld van de natuurlijke opvoeding, waarin het kind op eigen kracht leert.
Rousseau’s visie is ook een kritiek op de traditie van de opvoeding. In de jaren rond 1795-1848 werd het onderwijs aangepast aan de nieuwe denkrichtingen. De schoolwet van 1806 bevatte onder andere de eis dat kinderen in een vrije omgeving moesten leren, wat een directe verwijzing is naar de natuurlijke opvoeding. Ook de opvatting dat kinderen eerst moeten worden bestudeerd, voordat ze opgevoed mogen worden, komt overeen met Rousseau’s visie.
De ideeën van Rousseau zijn nog steeds van toepassing op de moderne pedagogiek. Zijn visie op de natuurlijke opvoeding heeft invloed gehad op de opvattingen over het leren van kinderen, en heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van moderne onderwijsmethoden. In de hedendaagse opvoeding wordt vaak gesproken over het leren door te doen, en het kind wordt aangemoedigd om zelfstandig te leren. Dit is een directe verwijzing naar de visie van Rousseau.
De natuurlijke opvoeding van Jean-Jacques Rousseau heeft een grote invloed gehad op de opvoeding en het onderwijs van de 18e eeuw. Zijn visie op het kind als een natuurlijk wezen dat op een natuurlijke manier moet groeien, heeft een revolutie teweeggebracht in de opvoedingskwestie. De natuurlijke opvoeding is een methode waarbij het kind wordt begeleid in plaats van bevelen te geven, en waarbij het kind op eigen kracht leert. Deze visie is ook van toepassing op de moderne pedagogiek, waarin het kind wordt aangemoedigd om zelfstandig te leren. De invloed van Rousseau op de opvoeding is dus nog steeds relevant en belangrijk.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet