Positief Opvoeden: Een Effectieve Methode voor Ouders met Emotionele en Gedragsproblemen bij Kinderen
juli 6, 2025
In de moderne samenleving speelt opvoeding een cruciale rol bij het vormen van kinderen tot zelfstandige, verantwoordelijke en sociaal betrokken volwassenen. Uit de beschikbare bronnen blijkt dat opvoeding niet alleen een praktijk is, maar ook een complexe wetenschappelijke en filosofische discipline. De opvoeding wordt beïnvloed door verschillende stromingen, zoals de empirisch-analytische pedagogiek, de kritisch-emancipatorische pedagogiek en de ecologische pedagogiek. In dit artikel worden kernwaarden, methoden en de maatschappelijke context van opvoeding uitgebreid besproken, aangevuld met inzichten uit de bronnen.
Een algemene definitie van opvoeding, zoals omschreven door Langeveld (1979), luidt: “Opvoeding is het omgaan tussen volwassenen en kinderen. Deze omgang heeft een bepaalde invloed op het kind, namelijk het kind te helpen om mondiger te worden.” Hieruit blijkt dat opvoeding gericht is op het bevorderen van het zelfstandig worden van het kind. Het doel van opvoeding is niet alleen het geven van kennis, maar ook het ontwikkelen van verantwoordelijkheidsgevoel, respect voor regels en het vormen van een eigen mening.
De kernwaarden van opvoeding omvatten doelstellingen, middelen, voorwaarden en omstandigheden. Deze worden bepaald door de culturele context van de samenleving. Opvoeding vindt plaats in een maatschappelijke context en is mede bepalend hoe de opvoeding zich ontwikkelt. Binnen deze context spelen historische en culturele factoren een belangrijke rol.
De opvoeding is gebaseerd op de verantwoordelijkheid die ouders of verzorgers hebben. Deze verantwoordelijkheid is gericht op het bevorderen van het welzijn van de aan hen toevertrouwde kinderen. Daarnaast wordt opvoeding gezien als een vorm van ondersteuning en richtinggeving in het proces van het volwassen worden. Het kind moet zich vrij en onbelemmerd kunnen ontplooien en een zelfstandig, onafhankelijk mens worden.
Er zijn verschillende stromingen in de pedagogiek, waarvan de empirisch-analytische stroming een waardevolle bijdrage levert aan de pedagogiek. Deze stroming richt zich op het onderzoeken van de effectiviteit van leermethoden en onderwijsomstandigheden. Een bekend voorbeeld is de Cito-toets, die toetsbare resultaten, beheersbare processen en empirisch betrouwbare gegevens oplevert. Deze gegevens ondersteunen de keuzes van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs.
De kritisch-emancipatorische pedagogiek benadrukt de invloed van de maatschappelijke context op de opvoeding. Hierbij wordt aandacht besteed aan de positie van kinderen uit achterstandswijken, de rol van seksuele rolpatronen en de ontwikkelingskansen van kinderen van allochtone afkomst. De ecologische pedagogiek daarentegen benadrukt de onmacht van de opvoeder en de achtergronden daarvan. In een tijd vol onzekerheden moeten opvoeders hun eigen vorm van normen en waarden ontwikkelen.
De geesteswetenschappelijke pedagogiek richt zich op het kind als individu en hoe dit kind zich verhoudt tot het pedagogisch handelen. Hierbij worden drie belangrijke methoden genoemd: de hermeneutiek, de dialectiek en de fenomenologie. Deze methoden helpen bij het begrijpen van het kind en het opvoedingsproces.
De opvoeder speelt een cruciale rol in de opvoeding. Hij moet het kind veiligheid bieden en dit als doel stellen, ook al is het niet altijd effectief. In veel gevallen wordt de opvoeder geconfronteerd met onmacht, zoals het feit dat het kind niet volledig beschermd kan worden. De omstandigheden van de opvoeding zijn daarbij van invloed. De opvoeder moet zich bewust zijn van de verantwoordelijkheden en de verdeling van deze verantwoordelijkheden tussen de ouders en het kind.
De rol van de opvoeder wordt beïnvloed door de maatschappelijke context. De individualisering en de versterking van angst zijn bijvoorbeeld gevolgen van de moderne samenleving. Deze ontwikkelingen kunnen leiden tot onzekerheid bij ouders, wat opnieuw invloed heeft op de opvoeding. De opvoeder moet hierin een balans vinden tussen veiligheid en vrijheid.
De opvoeding heeft een maatschappelijke context. Er zijn verschillende instituties die onder leiding van de overheid zich met de opvoeding bemoeien. Denk bijvoorbeeld aan de leerplicht, kinderbescherming, uit huis plaatsing, etc. De overheid voelt zich medeverantwoordelijk voor de opvoeding van kinderen in de samenleving. De overheid bepaalt ook in grote lijnen hoe het onderwijs eruit dient te zien en hoeveel jaren een kind verplicht is om onderwijs te volgen.
De opvoeding vindt plaats binnen de culturele context van een samenleving. De historische en culturele context beïnvloed de opvoeding. De opvoedingsomstandigheden kunnen worden verdeeld in drie categorieën: het gezin, de school en de buurt. De belangrijkste factor in de opvoeding blijft het gezin. De feitelijke opvoeding vindt hier plaats. De invloed van het gezin op de opvoeding moet worden bestudeerd, met name de mogelijke problemen die zich voordoen.
De opvoedingsrelatie is een belangrijk onderdeel van de opvoeding. Hierbij is er sprake van wederzijdse betrokkenheid en respect. De opvoedingsrelatie verschilt van andere relaties, omdat de verdeling van de verantwoordelijkheid ongelijk is. Met name wanneer het kind in jonge leeftijd is, verschuiven deze verantwoordelijkheden van zowel de ouder als naar het opgroeiende kind. Een probleem wat kan ontstaan is dat de opvoeder niet in staat is deze verantwoordelijkheden toe te kennen of te delen aan het ouder wordende kind.
De opvoedingsvoorwaarden zijn de omstandigheden of condities die door opvoeders worden gecreëerd om de opvoeding mogelijk te maken. We kunnen spreken van opvoedingsmiddelen wanneer de voorwaarden intentioneel worden gebruikt om bepaalde opvoedingsdoelen te bereiken. De opvoedingsrelatie is dus niet alleen een vorm van onderwijs, maar ook een vorm van ondersteuning en richtinggeving.
De moderne opvoeding moet gericht zijn op de wereld. Dit is een kernidee van Gert Biesta, die benadruidt dat onderwijs dat leerlingen wil uitdagen en aanmoedigen om enerzijds zich te verbinden met de wereld en anderzijds te proberen daarin staande in te blijven. Dit soort onderwijs is geen onderwijs dat aardig wil zijn voor leerlingen, maar onderwijs dat leerlingen wil uitdagen en aanmoedigen. Hierbij staat de wereld centraal, niet het kind of de student en diens verlangens.
Deze opvoeding benadruidt het inzicht van de pedagogiek dat het kind geen ding is dat zich ontwikkelt, en waar we die ontwikkeling zouden moeten proberen te sturen. Het inzicht van de pedagogiek is dat het kind zich ontwikkelt, maar dat de opvoeding gericht moet zijn op het ontwikkelen van het subject. Dit is een biografisch perspectief in plaats van een ontwikkelingspsychologisch perspectief.
De opvoeding is een complexe taak die zowel praktisch als theoretisch van toepassing is. De kernwaarden van opvoeding omvatten doelstellingen, middelen, voorwaarden en omstandigheden. Er zijn verschillende stromingen in de pedagogiek, waaronder de empirisch-analytische, de kritisch-emancipatorische en de ecologische pedagogiek. De opvoeder speelt een cruciale rol in de opvoeding, waarbij de maatschappelijke context een belangrijke invloed heeft. De opvoedingsrelatie is een belangrijk onderdeel van de opvoeding, waarbij wederzijdse betrokkenheid en respect centraal staan. De moderne opvoeding moet gericht zijn op de wereld, waarbij de wereld centraal staat, niet het kind of de student en diens verlangens.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet