Gezondheid en opvoeding van kinderen van 4 tot 12 jaar bij de GGD Groningen
juli 6, 2025
De eindtermen voor lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs vormen een cruciale basis voor het ontwikkelen van bewegingsvaardigheden, persoonlijke groei en deelname aan de bewegingscultuur. Deze eindtermen zijn ontwikkeld in overleg met leraren, experts en wetenschappers, en worden gebruikt als richtlijn voor het leren van kinderen in het primair onderwijs. De kerndoelen en eindtermen zijn van groot belang voor het zorgen voor een uitgebalanceerd en doorlopend onderwijs, zodat kinderen zich goed kunnen ontwikkelen in bewegings- en sportactiviteiten. In dit artikel worden de kernprincipes van de eindtermen, de rol van lichamelijke opvoeding in het curriculum, en de uitdagingen bij het realiseren van deze doelen besproken.
De eindtermen voor lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs zijn gericht op het ontwikkelen van basisbewegingen, het leren omgaan met bewegingsactiviteiten en het waarderen van een actieve leefstijl. De kerndoelen 57 en 58 vormen de kern van het lichamelijke onderwijs in het primair onderwijs. Kerndoel 57 luidt: “De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren.” Kerndoel 58 luidt: “De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden.”
Deze kerndoelen leggen de nadruk op zowel de fysieke als sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. De leerlingen moeten leren omgaan met andere kinderen, afspraken maken, en hun eigen vermogens inschatten. Daarnaast leren ze de basisprincipes van verschillende bewegingsvormen en spelvormen. De eindtermen zijn dus niet alleen gericht op lichamelijke vaardigheden, maar ook op het leren samenwerken, communiceren en het leren omgaan met regels.
Lichamelijke opvoeding is een verplicht vak in het basisonderwijs en speelt een belangrijke rol in het curriculum. De kerndoelen zijn opgesteld in overleg met de SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) en worden gebruikt als richtlijn voor het leren van kinderen. De kerndoelen zijn in 2006 vastgesteld en zijn bedoeld om de kerninhouden van het vak lichamelijke opvoeding te bepalen.
In het primair onderwijs is de focus op het leren van bewegingsvaardigheden, zoals rennen, springen, gooien, en vangen. Daarnaast leren de leerlingen deel te nemen aan groepsactiviteiten en samen te werken met andere kinderen. In de onderbouw van het voortgezet onderwijs worden de kerndoelen uitgewerkt in tussendoelen en leerlijnen. Deze leerlijnen geven aan wat leerlingen moeten kunnen op bepaalde leeftijdsgroepen.
In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, zoals het vmbo, havo en vwo, zijn de eindtermen van het vak lichamelijke opvoeding belangrijk voor het bepalen van de leerinhouden en het voorbereiden op het examen. De eindtermen zijn opgesteld in overleg met de SLO en zijn van toepassing op alle leerlingen. De kerndoelen en eindtermen zijn dus een belangrijk onderdeel van het curriculum en vormen een basis voor het leren van kinderen.
In het primair onderwijs is er sinds 1 augustus 2023 een minimumaantal lesuren bewegingsonderwijs verplicht. Dit is vastgesteld in het amendement van Heerema en Van Nispen. Elke school moet minimaal 90 minuten per week bewegingsonderwijs aanbieden voor alle leerlingen (groepen 1 tot en met 8). Het uitgangspunt is dat er elke week twee lessen bewegingsonderwijs worden aangeboden. Dit is bedoeld om ervoor te zorgen dat kinderen voldoende beweging krijgen en de basisvaardigheden leren ontwikkelen.
In het voortgezet onderwijs is de aanpak anders. Voor het voortgezet onderwijs is vastgesteld dat scholen het vak LO elk leerjaar en gespreid over de weken van het schooljaar aan moeten bieden. Er moet voldoende tijd besteed worden aan LO, zodat aan de inhoudelijk gestelde eisen wordt voldaan. De inspectie heeft voor de lesuren LO in het voortgezet onderwijs een beleidslijn opgesteld die er op neer komt dat gemiddeld wekelijks moet worden aangeboden:
Deze aantallen zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat leerlingen voldoende beweging krijgen en de kernvaardigheden leren ontwikkelen.
Bij het realiseren van de eindtermen voor lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs zijn er verschillende uitdagingen. De kerndoelen zijn in 2006 vastgesteld, maar zijn nu nog niet duidelijk genoeg. Door dit duidelijker te maken kan er op school beter les gegeven worden. De kerndoelen voor het basisonderwijs, speciaal (basis)onderwijs en de onderbouw van het voortgezet (speciaal) onderwijs zijn uit 2006. Deze moeten dus vernieuwd worden. De SLO past de kerndoelen Nederlands en rekenen-wiskunde aan. Dit doet SLO samen met leraren, experts, wetenschappers en andere organisaties.
De kerndoelen zijn nog niet duidelijk genoeg, wat een probleem oplevert voor het leren van kinderen. Het is belangrijk dat de kerndoelen duidelijker worden gemaakt, zodat leerkrachten beter kunnen werken met deze doelen. Daarnaast is het belangrijk dat de kerndoelen en eindtermen worden aangepast aan de veranderende samenleving en de behoeften van leerlingen.
De leerkracht speelt een cruciale rol bij het realiseren van de eindtermen voor lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs. De leerkracht moet ervoor zorgen dat de kerndoelen en eindtermen worden nageleefd en dat leerlingen voldoende beweging krijgen. Daarnaast moet de leerkracht ook zorgen voor een veilige en uitdagende omgeving waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen.
Voor het geven van lichamelijke opvoeding is een bevoegdheid vereist. Een leerkracht is bevoegd om les te geven in het vak bewegingsonderwijs/lichamelijke opvoeding (LO) na het verkrijgen van een getuigschrift LO (hbo). Met dit getuigschrift wordt een eerstegraads bevoegdheid verkregen waarmee LO kan worden gegeven in alle vormen van onderwijs. Daarnaast moet de leerkracht in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag.
De leerkracht moet ook voldoen aan bepaalde eisen, zoals het hebben van een pabo-diploma, een diploma kleuterleidsteropleiding (KLOS) of een diploma pedagogische academie (tot 1984), met een ‘aantekening-j’ of ‘akte-j’. Deze getuigschriften geven ook bevoegdheid voor het geven van LO op het vmbo.
De kerndoelen en eindtermen voor lichamelijke opvoeding worden momenteel herzien. Dit is een meerjarig traject, waarin de kerndoelen en eindtermen worden aangepast aan de veranderende samenleving en de behoeften van leerlingen. De SLO werkt samen met leraren, experts, wetenschappers en andere organisaties om de kerndoelen en eindtermen te actualiseren.
De doelen zijn nog ‘conceptkerndoelen’ totdat ze in de wet zijn opgenomen. Dit zal naar verwachting per 1 augustus 2026 gebeuren. De herziening van de kerndoelen en eindtermen is belangrijk om ervoor te zorgen dat leerlingen voldoende beweging krijgen en de kernvaardigheden leren ontwikkelen.
De eindtermen voor lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs vormen een cruciale basis voor het ontwikkelen van bewegingsvaardigheden, persoonlijke groei en deelname aan de bewegingscultuur. De kerndoelen en eindtermen zijn van groot belang voor het zorgen voor een uitgebalanceerd en doorlopend onderwijs, zodat kinderen zich goed kunnen ontwikkelen in bewegings- en sportactiviteiten. De kerndoelen zijn in 2006 vastgesteld en zijn bedoeld om de kerninhouden van het vak lichamelijke opvoeding te bepalen. De kerndoelen en eindtermen zijn dus een belangrijk onderdeel van het curriculum en vormen een basis voor het leren van kinderen. De leerkracht speelt een cruciale rol bij het realiseren van de eindtermen en moet ervoor zorgen dat de kerndoelen en eindtermen worden nageleefd en dat leerlingen voldoende beweging krijgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet