God als Schepper en Opvoedingsleer: Een christelijke benadering van kinderopvoeding
juli 6, 2025
De vraag of belonen of straffen het beste werkt bij het opvoeden van kinderen is al jaren onderwerp van veel discussie. Veel ouders en onderwijskrachten kiezen voor een van de twee methoden, maar onderzoek toont aan dat zowel belonen als straffen complexe effecten kunnen hebben op het gedrag en de ontwikkeling van kinderen. In dit artikel wordt gekeken naar de effecten van belonen en straffen, op basis van de in de bronnen teruggevonden informatie.
Belonen is een veelgebruikte methode om goed gedrag te bevorderen. In veel gevallen wordt dit gedaan via stickers, complimenten, extra tijd voor een leuk spel, of andere vormen van beloning. Volgens enkele bronnen is dit in theorie effectief, omdat het een positieve sfeer creëert en kinderen ertoe aanzet om hun best te doen. Het effect van belonen in de hersenen is duidelijk: wanneer kinderen beloningen krijgen, worden er dopamine-uitstroomjes geactiveerd, wat het gevoel van voldoening versterkt.
Echter, er zijn ook nadelen aan te duiden. Te veel belonen kan leiden tot extrinsieke motivatie, waarbij kinderen het gedrag alleen doen om een beloning te krijgen. Dit kan ertoe leiden dat ze hun intrinsieke motivatie verliezen, wat op de lange termijn leidt tot minder interesse in activiteiten. Daarnaast kunnen kinderen met weinig zelfvertrouwen faalangst ontwikkelen, omdat ze bang zijn dat ze de verwachtingen niet kunnen waarmaken.
Een ander nadeel van belonen is dat het competitie kan stimuleren. Er kan strijd ontstaan tussen kinderen om wie de beloning krijgt. Lang niet alle leerlingen voelen zich daar veilig bij. Daarnaast kan het gevoel ontstaan dat bepaalde activiteiten alleen gedaan moeten worden als er een beloning bij hoort, wat op de lange termijn kan leiden tot een afhankelijkheid van externe beloningen.
In tegenstelling tot belonen, waarbij het gewenste gedrag wordt bevestigd, is straffen gericht op het bepalen van ongewenst gedrag. Het gebruik van straffen is in de praktijk vaak een snelle oplossing, maar het heeft ook negatieve gevolgen. Volgens onderzoek kan straffen bijdrragen aan een negatief zelfbeeld van het kind, omdat het kind zich niet gezien of gewaardeerd voelt. Daarnaast kan het kind zich onzeker voelen en het gedrag kan op de lange termijn blijven bestaan, omdat het kind niet leert wat het juiste gedrag is, maar alleen wat het niet mag doen.
Een ander nadeel van straffen is dat het een gedragsaanpassing is die op angst is gebaseerd. Het kind leert niet uit de situatie, maar alleen om te voldoen aan de eisen van de ouder of leraar. Dit kan leiden tot een verkeerd gevoel van verantwoordelijkheid en kan het vertrouwen van het kind in zichzelf ondermijnen.
Onderzoek toont aan dat zowel belonen als straffen op de lange termijn effect kunnen hebben op de ontwikkeling van kinderen. Bijvoorbeeld, kinderen die vaak worden beloond, kunnen op de lange termijn minder motivatie laten zien, omdat ze het gedrag niet meer vanuit zichzelf doen, maar alleen voor de beloning. Dit is gebleken in experimenten waarin kinderen die een beloning kregen, later minder enthousiast waren om te tekenen, terwijl kinderen zonder beloning dit juist wel deden.
Bij straffen kan het gevolg zijn dat het kind hetzelfde ongewenste gedrag blijft vertonen, omdat het niet leert wat het wel moet doen. Het kind leert niet uit de situatie, maar alleen om te voldoen aan de eisen van de ouder of leraar. Daarnaast kan het kind zich onzeker voelen en het gedrag kan op de lange termijn blijven bestaan, omdat het kind niet leert wat het juiste gedrag is, maar alleen wat het niet mag doen.
Er zijn alternatieven voor het gebruik van straffen en belonen. Een van de belangrijkste is het geven van uitleg aan het kind, zodat het begrijpt waarom bepaald gedrag ongewenst is. Daarnaast is het belangrijk om het kind te leren omgaan met gevoelens en situaties, in plaats van het te bestraffen of te belonen. Een andere methode is het geven van keuzes aan het kind, zodat het zichzelf kan leren beslissen wat het wil doen.
Bijvoorbeeld, het geven van keuzes kan helpen om het kind te leren omgaan met verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Het kind leert dan dat het zijn eigen beslissingen kan nemen, in plaats van dat het wordt bepaald door straffen of beloningen.
De rol van ouders en leraars is cruciaal bij het bepalen van de manier waarop kinderen worden opgevoed. Het is belangrijk dat ouders en leraars bewust zijn van de effecten van hun gedrag op de ontwikkeling van kinderen. Het is niet alleen belangrijk om te weten wat wel of niet werkt, maar ook om te weten hoe je het kind helpt om zelfstandig te leren denken en te handelen.
Ouders en leraars moeten ook rekening houden met het gedrag van het kind en de omstandigheden waarin het kind zich bevindt. Bijvoorbeeld, als een kind een slechte dag heeft, kan het zijn dat het kind ongewenst gedrag vertoont. In dat geval is het belangrijk om het kind te leren omgaan met gevoelens en situaties, in plaats van het te bestraffen of te belonen.
De effecten van belonen en straffen op de ontwikkeling van kinderen zijn complex en variëren per situatie. Belonen kan positief zijn, maar ook leiden tot extrinsieke motivatie en faalangst. Straffen kan tijdelijk werken, maar heeft ook negatieve gevolgen op het zelfbeeld van het kind. Er zijn alternatieven voor het gebruik van straffen en belonen, zoals het geven van uitleg, het leren omgaan met gevoelens en situaties, en het geven van keuzes aan het kind. De rol van ouders en leraars is cruciaal bij het bepalen van de manier waarop kinderen worden opgevoed, en het is belangrijk om bewust te zijn van de effecten van hun gedrag op de ontwikkeling van kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet